chocolademelk bij Cor. Dat leek hij net als ik wel heel gewoon te vinden. Ja Zuster Nee Zuster weer uitstekend ontvangen. Cor was de kruidenier. Hij was een oude vrijgezel. Hij had een rond gezicht met blauwe ogen en wat wit haar boven zijn oren. Vlakbij de telefooncel in het midden van het dorp was een eilandje tussen klinkerstraten met het winkeltje waar Cor woonde en werkte. Een vriendelijk belletje aan zijn deur groette zijn klanten. Zijn winkeltje was twee keer zo klein als mijn huidige slaapkamer. De toonbank was niet meer dan twee meter lang en vulde bijna zijn hele winkel. Je kon er aan beide zijden net omheen lopen. Planken aan de muur stonden vol met spullen voor de verkoop en zijn toonbank stond vol met een kassa, een weegschaal en nog meer spulletjes voor de verkoop. Achter zijn volle winkeltje was een klein keukentje, een slaapkamer en een kleine huiskamer met een dressoir en een vierkante tafel met een donkerrood pluchen tafelkleed. Er stonden twee stoelen bij de tafel en een televisie in de hoek. Aan de achterkant had Cor een paar vierkante meter gras, een aantal betontegels en een seringenboom tussen zijn huisje en de straat. Omdat de voorgevel met kamer en winkel pal aan de weg stonden hingen er in zijn kamer dik geplooide vitrages voor de ramen om nieuwsgierige blikken buiten te houden. Wij hadden een bestelboekje in het keukenlaatje waarin moeder opschreef welke boodschappen ze nodig had van Cor. Eén keer per week haalde Cor het boekje op, vulde een doosje met bestelde boodschappen en bracht het dan de volgende dag naar ons huis in de polder. De kosten gingen, met de kosten van mijn flesjes chocolade melk, op een "lopende rekening." Cors vaste hulp was Dieuw. Dieuw was de vrouw van een handige man in het dorp die veel van televisies wist. Hij was eens naar ons huis gekomen en had heel vernuftig wat gefrutseld in de opengemaakte buik van onze televisie. Daarna werden Pipo de Clown, Swiebertje en In de zomer van 1976 wilden Dieuw en haar man drie weken naar het buitenland. Cor vroeg me of ik hem die tijd in zijn winkeltje wilde helpen terwijl hij zijn klanten bezocht en de doosjes met bestellingen vulde. Zonder bemoeiing van officiële instanties die veel papierwerk vereisen kon je die tijd nog gewoon iemand "helpen." Overal in Cors huisje stond wat opgeslagen voor de verkoop in zijn winkeltje: in het schuurtje kratten met flessen fris, ranja, chocolade melk en bier, - in een koel bijkeukentje de margarine, boter en kaas, - in zijn slaapkamer de aspirientjes. Op het zoldertje stonden heel ordelijk klompen in alle maten en alle doosjes, flesjes, pakjes and zakjes van de rest van zijn waar. De erwten en bonen werden nog geschept uit vaten die in zijn keukentje stonden. Een papieren zakje of een busje dat de klant van huis had gebracht werd op verzoek netjes gevuld. Cors winkeltje had de jaren zeventig door lage vaste lasten en Cors lage persoonlijk kosten de concurrentie van de grotere supermarkt overleefd. Dit kwam ook omdat verschillende vrouwen van het dorp er bewust voor kozen het concept "Cor" in leven Achterkant van Cors huis en winkel -10-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Zicht op Haringcarspel | 2008 | | pagina 12