ZB-66'83
Meerdere klompen, die in
het smalle gedeelte van
de straat buiten voor de
deur stonden, zijn toen
niet heel uit de strijd
gekomen.
In 1967 ging Jan in Harderwijk wonen. Er werd voor Harderwijk gekozen vanwege de
botervrachten 's zomers van de Nationale Coöperatieve Zuivelverkoopcentrale Amsterdam naar de
koelhuizen van J.P.Beemsterboer in Harderwijk en 's winters de aardappelvrachten in opdracht
van J.P.Beemsterboer vanuit Harderwijk en de Noordoostpolder naar België. Daar werden
uiteraard ook de auto's vanuit Warmenhuizen voor ingezet.
Tot 1970 groeide het aantal auto's naar zeven.
In 1971 stopte Jan als chauffeur en begon in Harderwijk voor de zaak te plannen. De planner haalt
opdrachten binnen die hij samen met de opdrachten van klanten uitchartert. De vrachten voor de
eigen auto's zijn maar een gedeelte daarvan, veel meer vrachten worden uitbesteed. Jan begon
daar dus mee in 1971, dat is uiteraard ook meegegroeid in het bedrijf, er is nu een afdeling
planning op kantoor.
Er bleef een auto in Harderwijk gestationeerd met een chauffeur die daar woonde.
In de zeventigerjaren
namen Jan en Cees de
zaak langzamerhand van
hun vader over. Hun
broer Louis heeft altijd in
het bedrijf als chauffeur
gewerkt, eerst bij hun
vader en daarna bij Jan
en Cees. Cees ging in
1977 in zijn ouderlijk huis
bij het bedrijf in de Fuik
wonen.
1965 in de Fuik.
De jongeman naast de vrachtauto is Cees.
Tinus kocht in 1961 een
tweede vrachtauto voor
zijn bedrijf omdat zijn zoon
Jan als chauffeur bij hem
in dienst kwam. Tot zijn
achttiende jaar had Jan
als monteur bij Gomes in
Warmenhuizen gewerkt.
Cees werkte vanaf zijn
zestiende jaar bij zijn
vader, eerst als bijrijder (af
en toe al stiekem een rit
rijden) en vanaf zijn acht
tiende jaar als chauffeur.
Het bedrijf groeide in de
jaren zeventig in de Fuik
uit zijn jas, in de
weekeinden stonden er
acht vrachtauto's op het
pad en in de straat
1978 Scania op het pad in de Fuik.
Drie generaties Dekker: Tinus, Cees en Rob.
-21-