DAM
waaruit grenzen blijken van de buurgemeen
ten, zoals die met hen zijn overeengekomen.
Door deze verkopen loopt men vooruit op de
wet van 12 april 1872, Staatsblad no. 25, tot
afkoopbaarstelling der tienden. Er was eerst
een inventaris gemaakt van de eigenaren van
tiendschuldige landerijen.
Het blijkt dan dat het kadaster in 1832 de
gemeentegrenzen niet volledig heeft laten
samenvallen met de heerlijkheidsgrenzen,
wat wel al sedert 1814 de bedoeling was. Zo
rusten er tiendrechten op gronden in Oudkar
spel, Oude Niedorp, St. Maarten en in
Warmenhuizen. Met alle eigenaren wordt
onderhandeld door burgemeester-rentmees
ter Cornelis Francis (*1801), die 5% commis
sie krijgt. Bij al de verkopingen of bij welke
gelegenheid ook laat de Heer zich niet in zijn
heerlijkheid zien. Hij vaart per barg van
Amsterdam naar Alkmaar, logeert in de
Roode Leeuw en spreekt daar met de
belanghebbenden.
In 1862 vragen ds. P.J. ter Plegt, consulent
der Nederlands Hervormde Kerk en de
kerkeraad van Haringcarspel of de Heer als
collator8 ds. R.A. van Deursen wil
approberen9 als hervormd predikant te
Dirkshorn en polsen zij hem of het heerlijke
collatierecht soms voor ƒ100,= kan worden
afgekocht. Al op 26 november 1865 werd ds.
van Deursen bevestigd in De Purmer.
De Jachtwet 1923 schaft de heerlijke jacht-
rechten af en stelt de Jachtrente in wegens
de afkoopsom die het Rijk had moeten
betalen. De afgifte van het legaat aan hem
wordt in dienstjaar 1887 en zijn overlijden in
dienstjaar 1933 in het Kadaster verwerkt. Hij
wordt als Heer vermeld in Nederland's Patri
ciaat. Zijn enige erfgename is zijn ongehuwd
gebleven zuster:
Henriëtte (Hanny) Matthes (zuster)
Geboren te Amsterdam 19 juli 1860,
overleden aldaar 7 december 1943. In het
Kadaster wordt voor dienstjaar 1946 haar
overlijden aangetekend. In 1942, dienstjaar
1943, verkoopt zij de beide eilandjes (zie de
kaartjes hieronder) in Oudkarspel aan de
provincie Noord-Holland voor het uitdiepen
van het kanaal Alkmaar (Omval)-Kolhorn en
de bouw van een nieuwe strekdam. De
provincie graaft de eilanden weg. De strook
water wordt kadastraal gemeente Langendijk
H78. waar het heerlijk visrecht wel gehand
haafd blijft, want dat recht werd niet
afgekocht. Zij staat in Nederland's Patriciaat,
zonder vermelding dat de heerlijkheid aan
haar is overgaan. Twaalf erfgenamen ab
intestato10 verkopen de heerlijkheid met de
resterende eilanden en archief bij notariële
akte op 28 september 1948 (ingeschreven in
het dienstjaar 1949 in het kadaster) aan D.
Dam te Amsterdam.
Jan George Matthes (oudste zoon)
Geboren te Amsterdam 3 november 1818,
overleden aldaar 7 juli 1885. Hij wordt als
Heer vermeld in Nederland's Patriciaat.
Ridder in de Orde van de Nederlandse
Leeuw. In dienstjaar 1874 wordt in het
kadaster de afgifte van het legaat aange
tekend. Blijkens het gemeentearchief van
Amsterdam (toegangsnr. 1477) wordt hij
Matthes van Haringcarspel genoemd.
Frederik Joan Matthes (zoon) Geboren te
Amsterdam 9 juni 1859, overleden te Haar
lem 30 mei 1931, ongehuwd gebleven zee
assuradeur. Hij is de laatste Heer van wie
administratie voorkomt in het oude heer
lijkheidsarchief. Het kopieboek van uitgaande
brieven eindigt in 1889. Mogelijk dat het
collatierecht bij hervormde predikantsbe
noemingen in Haringcarspel (Dirkshorn) nog
door hem werd uitgeoefend voor het bij
aanvulling van additioneel artikel III (was IV)
van de Grondwet in 1922 werd afgeschaft.
Van deze frêle persoon met asblond (later
grijs) opgestoken haar is geen portret gevon
den, ook niet bij een van haar erfgenamen
(mevrouw J.C.A. Besier-Thomassen a Thues-
sink van der Hoop te 's-Gravenhage)
Wapen van de
Fam Dam.
Wapenkaart No
17 van de NGV
(±1955). In
goud, een zwart
paard staande
op groen gras.
-16-