mffiffiÊÊBËBmÊgfflmsmsmmmmmmm ons de brand erin ging. Lang genoeg om te verdwijnen achter op een stuk land. Vandaar konden wij het vervolg goed bekijken. En dat was werkelijk een spektakel zoals je nooit ziet. Het was natuurlijk duidelijk dat alle mensen in de buurt, in rep en roer waren. Nooit heb ik een gerucht zo snel zien verspreiden. Onmiddellijk begonnen alle buren te helpen om spullen uit de bedreigde huizen te slepen. Men sloeg de ramen in en men gooide alles wat enigszins was te tillen door de ramen naar buiten. Het had nauwelijks enige zin, want later bleek heel veel kapot te zijn. De actie van onze ijverige buren kon echter niet lang duren. De Duitsers bleken wel enige ervaring te hebben in het brandstichten, want al spoedig brandde de statige boerderij met de mooie naam Ora et Labora als een fakkel. De brandweer was inmiddels ook ter plekke, maar die mocht uiteraard niet spuiten. Dat een brandweerman in zo'n situatie werkloos moet toekijken is voor hem als vakman een geweldige kwelling. Duidelijk is dat alles echt "tot de grond toe is afgebrand". Vanuit de wijde omtrek kwamen intussen mensen aangesneld. Wij hielden van verre goed zicht op de zaak; het leek wel een uitbarsting van een vulkaan. Plotseling ontstond er nog tumult op het erf toen de Duitsers beweerden dat er in een achter het huis liggende schuur wapens aanwezig zouden zijn. Als dreiging werd Jaap, een broer van Piet, tegen de muur geplaatst, waar hij zou worden neergeschoten als er ook wapens zouden worden gevonden. Er is toen nog in de schuur gezocht; echter niets gevonden. Er waren uiteraard ook geen wapens. Die bewering is blijkbaar in alle paniek ontstaan. Maar hoe dan ook, dit werd dan ook weer bijgelegd. Die morgen was het goed vliegweer en voor de Amerikanen een goede gelegenheid om in Duitsland weer een lading bommen af te leveren. De branden waren net flink op gang gekomen toen in het westen een vloot vliegende forten kwamen aanvliegen. Die lui zullen zich ook wel hebben afgevraagd, wat daar beneden aan de hand was. In die 1000 toestellen zaten toch ongeveer 6000 mannen die in elk van hun geschutskoepels een goed zicht hadden op de vuurspugende berg in Heerhugowaard. Je kunt wel stellen dat wij veel publiek hebben gehad op de grond en in de lucht. Wij konden dit schouwspel dat om 9 uur was begonnen met het drinken van een kopje koffie, onder enig gevaar bekijken. Voor de vliegers was het dagelijks werk. Zij zouden over een uur dit zelfde beeld, maar dan vele malen erger, in Duitsland zien. Voor ons was dit nieuw, dit was reëel de oorlogssituatie, volkomen onwerkelijk om rond 9 uur niet de gelegenheid gehad te hebben ons kopje koffie leeg te drinken en om twee uur later te staan voor een rokende puinhoop, waar een teleurgestelde brandweerman tegen een hoop plankjes staat te spuiten. Je kijkt nog wat in het rond en je vraagt elkaar "hoe kan dat nou". Ik dacht daarbij nog wel "ik heb mijn spullen nog", de kleren die ik die morgen aan had en dat koffertje dat ik nog gauw had meegenomen. Dat rieten koffertje van 60 bij 30 cm waarin enkele kledingstukken zaten en naar schatting een tientje. Echt een uitgangspunt om opnieuw te beginnen. De consternatie in de wijde omgeving was uiteraard enorm. Van heinde er verre kwamen mensen lopend, fietsend en boden hulp aan; hier een daar kon men nog iets redden. Duidelijk was uiteraard dat de verwoesting van de huizen een wraakactie was na het vernielen van een stukje rails bij het station. Op zich uiteraard niet ongewoon, want het was in 1944 aan de orde van de dag; dikwijls kostte het een aantal mensen het leven. De bewoners van de verbrande huizen vroegen zich wel af, waarom zij waren "uitverkoren" om dit lot te ondergaan. Spoedig daarna is het wel duidelijk geworden, dat de commandant in Alkmaar zich wel herinnerde dat een aantal mensen in Heerhugowaard een brief had gezonden, waarin ze protesteerden tegen de invordering van de paarden. Hij kreeg nu de kans om wraak te nemen, en hij heeft deze mogelijkheid ook aangepakt. Gelukkig heeft het geen mensenlevens gekost, dat was overigens een schrale troost. Op dit moment was de situatie voor ons echter plotseling veel slechter geworden. Voor de daklozen moest nu onderdak worden gevonden, en saamhorigheid. Werkte uitstekend. Voor mijzelf hebben we een redelijke plaats voor de komende nachten gevonden. De schuur die achter het huis stond, en waarin de gehele bloembollenoogst van dit jaar was opgeborgen, was voor de helft gespaard gebleven. De helft van de bollenoogst was derhalve gespaard en verder waren op het terrein grote hoeveelheden aardappelen ingekuild. En er stond op het veld nog veel kool. Aangezien het zich liet aanzien, dat er grote behoefte aan allerlei voedsel zou komen, was het toch wenselijk ook 's nachts iemand op het terrein te hebben, die een oogje op -6-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Zicht op Haringcarspel | 2007 | | pagina 8