leerjaren op het land" heb ik leren spitten, planten, plukken en zelfs een geit leren melken. Ik had mij in vroegere "dagdromen" toch wel een ander beroep voorgesteld dan kwitanties tikken op een kantoor of dagenlang achter een ploeg lopen. Probleem was, dat ik weinig kennis en ervaring te bieden had. Hierover nadenkend werd de vreugde over de bevrijding steeds minder en de vraag rees "wat nu kleine man", 22 jaar oud en in feite eigenlijk "zonder beroep". Voor mensen die er zo voor staan, zegt men wel "uithuilen en opnieuw beginnen"; hiermee schraap je echter ook geen moed bij elkaar. Nu is er ook een oud gezegde "als de nood het hoogste is, is de redding nabij". En alsof de Voorzienigheid vlakbij was, de redding was ook nabij. Het moment suprème kwam op de morgen dat ik bezig was met houthakken op het erf van Sevenhuizen. Het was mijn vroegere buurman Arie de Geus, die in ons dorp een radiodistributienet (een vorm van draadomroep) exploiteerde voor de PTT. Aangezien hij daarbij telefoonpalen moest plaatsen en direct zag hoe vakkundig ik een gat had gegraven om boomwortels te verwijderen, bekeek hij mij met vakmanschap. Arie zag direct dat ik de schop goed hanteerde (ja wat wil je als je eenmaal Schager Weitjes heb opgehakt) en Arie vroeg mij direct of ik hem wilde helpen met telefoonpalen in de grond te zetten. Dit betrof dan het PTT- bedrijfsgebied tussen Schagen en Alkmaar.Ik was uiteraard blij met dit verzoek, dat zou betekenen dat ik enkele dagen bij een groot bedrijf als PTT zou mogen werken (was dit nu "die redding die nabij was? Ik heb de gaten uiteraard met grote precisie gemaakt en zag mij in de verre toekomst al als een man met een pet op, met in gouden letters PTT. De hulpverlening was echter maar tijdelijk; maar intussen had ik toch even kennis gemaakt met de rayonchef in Schagen. Hij vroeg mij terloops, of ik wel bij PTT wilde werken. Ik heb daar gretig ja op gezegd, in de wetenschap dat het betere kansen zou bieden, dan de Schager Weitjes ophakken. Hoewel ik aan PTT-kennisfactoren niets had te bieden, heeft hij mij toch uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek. Deze chef in Schagen had na de verwaarlozing van zijn telefoonnetwerk tenslotte ook mensen nodig, waarmee hij weer orde op zaken kon stellen. Voor mij zou het kunnen leiden tot een functie op het laagste niveau; wetende dat ik landbouwervaring had, mocht hij veronderstellen dat ik ook gaten in de grond kon graven. Aan mijn aanbeveling "goed kunnende typen (zelfs zeer goed)" had de man ook niet veel. De man had bij de aanvang van ons gesprek blijkbaar geen schema. Op zijn bureau lag wel een ampèremeter, en waagde meteen een toets, door mij dit toestel voor te houden en mij te vragen waarvoor dit zou kunnen dienen. Het eerste antwoord moest ik wel schuldig blijven; het leek mij een bijzonder soort wekker, die echter niet tikte. De meter werd weer terzijde gelegd. Hij mocht wel aannemen dat ik enige wiskundige kennis op de mulo had opgedaan en probeerde enkele fundamentele stellingen uit de algebra. Dit was mij merkwaardig genoeg tijdens de oorlog wel bijgebleven, dus ik pochte (een noodsprong om toch enige indruk te maken) dat dit op school een van mijn geliefde vakken was. Aangezien ik mij al tijdens mijn jeugd had voorgenomen, "meer te lijken dan in werkelijkheid te zijn" voegde ik er maar een uitdaging aan toe "dat ik het bewijs kon leveren dat 4 gelijk was aan 5. De chef keek mij verbaasd en enigszins grijnzend aan. Het klonk hem als een soort weddenschap in de oren en hij ging er voor zitten met een gezicht, "dat wil ik dan wel eens zien". Ik durfde het aan omdat ik op dit punt zeker was van mijn zaak. Het was destijds een truc van mijn vader, waarmee je inderdaad met enkele wiskundige bewerkingen kon aantonen dat 4 gelijk was aan 5. Het bewijs kon vlot worden geleverd; de chef liep nl. in de val van deze truc, zijn kennis op dit terrein was niet voldoende om deze truc te doorzien. Deze bewijskracht deed mij een aantal punten scoren, waarna hij (toch wel nieuwsgierig geworden) nog wel wat vragen wilde stellen bijv. over elementen, moleculen, atomen etc. En daarmee "trapte hij bij mij de deur helemaal open". Om hierover te beginnen was voor mij helemaal een toevalstreffer, als ware het een prijs in de loterij. Toen ik nl. ging onderduiken heb ik van mijn vader een paar boeken meegenomen, waarvan een over de microkosmos, en dat allemaal ging over fundamentele natuurkunde. Basiskennis waarin sindsdien eigenlijk niets is veranderd. Ik heb daar in de vrije uren dikwijls in zitten te lezen. Voor mij interessante stof waarover ik nu in dit sollicitatiegesprek mee kon praten; een reden temeer om hier nu gebruik van te maken. Ik liet deze kans niet lopen en probeerde zoveel mogelijk het initiatief te nemen in het gesprek en kon de chef vlot aangeven dat de leer van Mendelejev, die al in 1869 het periodiek systeem van de elementen

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Zicht op Haringcarspel | 2007 | | pagina 12