14 november 1730 voor fl. 23.200,00),
alsmede de aanpalende heerlijkheid Wijk aan
Zee (gekocht voor fl. 15.850,00). In de Grote
Kerk van Beverwijk staat het hardstenen
grafmonument uit 1717 van de familie van
Harencarspel, waarvan de in 2005 prachtig
voltooide restauratie de gemeente zo'n vier
ton kostte. De vogels van het schild blijken
gezelschap te hebben gekregen van gouden
afziende zwanen als schildhouders; dat geeft
het wapen direct een wat adellijker aanzien,
evenals de rangkroon boven het schild.
HET HARINGENWAPEN
In 1783 werd de heerlijkheid Haringcarspel
gekocht door Paul Christiaan Fuchs
(gestorven in 1794), een lid van de
vroedschap van Haarlem. Hij voerde zelf een
familiewapen met een vos, een sprekend
wapen voor wie Fuchs heet.
Nu is er een gewoonte dat Heren van
heerlijkheden het wapen van hun heerlijkheid
als een zogenaamd hartschild op hun
familiewapen plaatsen. Kennelijk wenst
Fuchs ook op die wijze zijn status te
onderstrepen. In ieder geval tonen de
Haarlemse gebrandschilderde zogenaamde
vroedschapsglazen zijn familiewapen met
daarop een hartschild, namelijk dat van
Haringcarspel.
Hij moet dat wapen voor Haringcarspel zelf
hebben ontworpen, want dit leek in niets op
het wapen dat niet zolang te voren in het
handschrift Beelaerts van Blokland als het
wapen van de heerlijkheid werd afgebeeld.
Andere wapens zijn niet bekend. Fuchs
kwartileerde het wapen: I en IV in groen drie
haringen, in zilver onder elkaar als verwijzing
naar Haringcarspel; II en III in zwart een
gouden hoorn als verwijzing naar Dirkshorn
en Tuitjenhorn (hij liet zich ook - ten onrechte-
Heer van Haringcarspel, Dirkshoorn en
Tuitjenhoorn noemen), op dat alles een
gouden hartschild met een rode keper,
hetgeen verwezen zal hebben naar het
roemruchte Huis Egmond dat tot 1608 de
heerlijkheid bezeten had en dat gouden en
rode kepers voerde
Krachtens Soeverein Besluit van 24
december 1814, nr. 32 schreef in 1815 de
Hoge Raad van Adel onder andere alle
gemeentebesturen aan om hun wapen ter
bevestiging in te zenden. De gemeente
voldeed daaraan door het wapen van Fuchs
in te zenden, maar kennelijk had men alleen
een (lak)zegel en niet een kleurenafbeelding
en wist men niet meer zo goed wat de
kleuren waren. Dat verschijnsel van
onbekendheid met de wapenkleuren kwam
veel voor. De Hoge Raad van Adel maakte
daar kort proces mee. In die gevallen koos de
Raad voor een blauw schild en gouden
figuren, zijnde kleuren van het Huis Oranje-
Nassau. In het geval van Haringcarspel was
er het probleem dat het wapen uit vier
kwartieren was opgebouwd en als alles blauw
zou worden, ontstond er een chaotisch
geheel. De Raad loste dat op door het wapen
met een dun gouden kruis in vieren te delen
(een zogenaamd streepkruis). Alzo werd het
wapen van de gemeente bevestigd door de
Hoge Raad van Adel op 22 oktober 1817. Dit
gemeentewapen werd na de fusie in 1990
met Warmenhuizen en Sint Maarten
gewijzigd in een wapen waarin elementen
van alle drie de gemeenten behouden bleven.
HEERLIJKHEIDSWAPEN
De heer C.H.A. Keesom, Heer van
Haringcarspel, 2005), vroeg bevestiging
van het heerlijkheidswapen aan. Zoiets was
sedert 1950 niet meer gebeurd. Toen was
namelijk bij Koninklijk Besluit van 7 juli 1950,
nr. 8 het wapen bevestigd van de ambacht
heerlijkheid Nieuwland. (De laatste keer
daarvoor was het wapen van de heerlijkheid
Kortenhoef op 28 juni 1839 bevestigd). Bij
Koninklijk Besluit van 7 september 1952 nr. 9
was het wapen van de heerlijkheid
Slochteren weliswaar nader bepaald, maar
dat was al door de Hoge Raad van Adel op
10 november 1819 bevestigd.
De Hoge Raad adviseerde het
oorspronkelijke wapen van Fuchs te laten
bevestigen en zulks onder de naam
Haringcarspel omdat de naam van de
heerlijkheid niet was gewijzigd, alleen de
gemeente wijzigde in 1906 haar naam van
Haringcarspel in Harenkarspel.
Aldus geschiedde: bij Koninklijk Besluit van
16 januari 2003 nr. 02.005.404 werd ten
verzoeke van de heer
C.H.AKeesom.Heer van Haringcarspel, het
wapen van de heerlijkheid bevestigd en de
Hoge Raad van Adel verleende vervolgens
hem een wapendiploma dat een traan onder
de bek van de haringen toont.
-31-