Een vast punt van samenkomst was een betonnen paaltje, in het talud van de West- friese Dijk, dat gemerkt was met de letters KAD. Dat vonden we nogal stom, want dat woord schreefje toch met een T. Later bleek dat dit KADASTER betekende. Het is ons toen nooit duidelijk geworden wat dat dan wel moest betekenen. We gingen kijken naar een Duitse vrachtauto, die van de Westfriese Dijk was gereden en onderste boven in de sloot lag aan de voet van de dijk. ledereen vond dat net goed. Door het Noord-Hollands kanaal voeren vaak munitie schepen op weg naar Den Helder. Dat was spannend, maar de meeste vonden het eigenlijk maar heel eng. Op een avond was er een brandend vliegtuig neergestort in de weilanden achter de dijk en je bleef nog heel lang in het donker staan kijken hoe de vlammen gedoofd werden. Je ging eten halen in de gaarkeuken, die was ingericht in een huisje aan de Sluisweg. De ietwat aangebrande havermoutpap vond ik heerlijk, maar niemand kon het verder waarderen. Je moest om gezond te blijven vaak eieren eten, maar die smaakten heel vies naar vis. Dat werd door je gevonden, maar later bleek, dat het eendeneieren waren. We leerden droog zwemmen in een landbouwschuur onder leiding van "badmeester" Raukes. Later moest je echt leren zwemmen in het Noord- Hollands kanaal, maar dat was heel diep, donker en koud. Het werd geen succes aan die steile oever. De hele groep ging later met een bootje naar een meertje achter de dijk om daar te leren zwemmen. Maar daar dreven altijd hele vieze dingen rond, die uit boven de sloten gebouwde huisjes kwamen. Ik heb daar niet leren zwemmen Het was wel leuk, dat je daar intussen met het bootje kon gaan "kloeten", totdatje terug werd geroepen, omdat de groep weer naar huis wou. Op het schooltje in Schoorl leerde je van juffrouw Nuis hoe je bij beschietingen van de radarantennes in de duinen bij Schoorl heel snel onder de banken moest kruipen om dekking te zoeken. Op het schooltje kregen we op zekere dag allemaal een sinaasappel, die we ter plaatse helemaal moesten opeten. Alleen de schillen mocht je mee naar huis nemen om je moeder van de Een schilderij van de huisschilder M. Stolp, die woonde ook al aan de kanaalkade links naast de scheepswerf. Hier woonden van links naar rechts, de families Dal, Pastoor, Haezer en Veldhuijzen (Het huis loopt nog door naar rechts.) Links de werf van Kuiper. door de pudding te verwerken voor de smaak. In Schoorldam was voor een kind altijd van alles te beleven. Je had geen flauw benul van de ellende die de oorlog voor iedereen in die jaren betekende. Aan het einde van de oorlog werd de situatie minder rooskleurig. Oma en opa kregen steeds meer problemen met de gezondheid. De twee zussen begonnen hun echtgenoten steeds meer te missen. Bij het licht van een -13-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Zicht op Haringcarspel | 2006 | | pagina 15