29 mei 1583 is Dirck d' Gues gedaagd om
een brief te leveren betreffende het weeskind
van hem en zaliger Aerian Claesdr.
In 1583 is Dirk Jacobsz Goes (Gues?), van
het Noordeinde van Koedijk, pachter van ruim
2 morgen Vroonland.
Volgens het transportregister van Koedijk,
ORA 6218, pag. 29, verkoopt Dirck Jacobsz
(Jutlas?) alias Gues in 1584 dertien snees
zaadland in de banne van Oudkarspel. De
naam "Jutlas" is niet duidelijk, maar kan niet
met de registers van Oudkarspel worden
vergeleken, want die beginnen eerst in 1597.
In 1584 verkoopt Dirck Jacobsz Gues ook zijn
huis en erf te Koedijk. Vermoedelijk vertrok hij
toen naar Huiswaard.
30 mei 1585 Dirck de Gues, waard te
Huiswaard, heeft blijkens een schepenrol zes
schapen gekocht.
25 januari 1587 Dirck de Gus genoemd als
oom van zekere Luijtgin en zijn zuster. Het
gaat vermoedelijk om de op 17 februari 1587
genoemde Jacob Cornelisz alias Luijtgin.
23 september 1588, Dirck Jacobsz Gues te
Koedijk aangesteld tot substituut schout van
Koedijk en Sint Pancras (zie ARA,
Rekenkamer Registers, nr. 511, fol. 48). In
1589 is Dirrick Jacobsz Geus genoemd als
pachter van Vroonland.
Op 3 januari 1591 is Dirrick Jacobsz Gues
genoemd als eiser wegens verteerde kosten.
30 juli 1592 is hij als "waert" vermeld.
Hij is in de periode 1582-1592 nog enkele
keren in de schepenrol vermeld, zonder
nadere familiegegevens.
Dirck de Geus is blijkens een schepenrol
gehuwd geweest met Aerian Claesdr uit welk
huwelijk tenminste één kind is geboren.
3. J.P. Geus, De families Hilles, De Geus en
Tol, drie verwante korenmolenaars
geslachten uit Sint Maarten, de Zijpe en
Warmenhuizen, in: Zicht op Haringcarspel,
uitg. Historische Vereniging Harenkarspel
H.V.K.), 11 (2002), nummer 22, pag. 21-24.
4. J.G. van Beek, Eigenaren en bewoners
van de korenmolen te Warmenhuizen., in:
Zicht op Haringcarspel, uitg. H.V.H., 10
(2000), nummer 17, pag. 10-13. Hierin
verwijzing naar Th. Molenaar: Reijer Psz.,
Molenaar en andere molenaars in
Westfriesland.
5. Bart Slooten, De maalderij der firma wed.
C.Bos Czn. te Koedijk in 1998, in: De Gouden
Engel, uitg. Historische Vereniging Koedijk
2002, nummer 6, pag. 17-19.
6. J.P. Geus, De Familie De Moor, in: Zicht
op Hahngcarspel, uitg. H.V.H., 10 (2001),
nummer 20, pag. 14-15 en 11 (2002),
nummer 21, pag. 13-17.
a. J.P. Geus, De bouw van de eerste molen
van de Diepsmeer, in: West- Friesland Oud
en Nieuw, Hoorn, 54® bundel 1986, pag. 41-
46.
b. J.P. Geus, Iets over de Noordermolen der
Diepsmeer, in: Molenpost, Alkmaar 1978, 5/1.
c. J.P. Geus, Er waren meerdere families
Diepsmeer, genealogie A, in: Westfriese
Families 34 (1993), pag. 79-84. Reactie en
aanvulling op in 1972, pag. 45, 1973, pag. 54,
en 1975, pag. 20, verschenen artikelen van
Fr. Inniger Pzn. respectievelijk J.W. Joosten.;
J.P. Geus, Er waren meerdere families
Diepsmeer II, genealogie B, in: Westfriese
Families 36 (1995), pag. 134-143. Betreft de
Koedijker familie Jonge Noomke, later
genoemd Diepsmeer.
d. J.P. Geus, Er waren meerdere families
Diepsmeer III, in: Westfriese Families 40
(1999), pag. 109-115. Betreft families
waarschijnlijk niet verwant aan genealogie A
of B (zie noot c).
e. J.P. Geus, Het afpalen in 1590 van de
meren in de heerlijkheden Warmenhuizen,
Oudkarspel en Harenkarspel., in: Holland,
uitg. Historische Vereniging Holland, Leiden
1977, pag. 49 e.v.; J.P. Geus, De sluis van
de Diepsmeer, in: Van Otterplaat tot
Groenveldsweid, uitg. Stichting Langedijker
Verleden, Zuid- Scharwoude, 4 (1998), pag.
30-35.
f. G. Kalverdijk, Geschiedenis van de eerste
droogmakerijen in Nederland, in: Zicht op
Haringcarspel, Uitg. H.V.H., 13 (2004), nr24.
g. J.P. Geus, Het Vronlegeister Ambacht, één
der oudste bedijkingen van Holland, in:
Alkmaars Jaarboekje, 1973, pag. 58-79.
h. G. Kalverdijk en Drs. C. Rogge, Het
behoud van het Kerk- en Dergmeercomplex,
in: Coogblick, nieuwsbulletin van de Stichting
C.O.O.G. (Coördinatie Onderzoek Oud
Geestmerambacht), 8 (2003), nummers 1 en
2, pag. 2-8 en 3-4.; G. Boekei e.a.,
Warmenhuizen, meer dan vier eeuwen veld
en waternamen. Uitg. Stichting C.O.O.G.,
Sint Pancras 2002. Met indexen, ook op de
landeigenaars, 253 pag.