JEUGDHERINNERINGEN KLAAS VLAM 1923 TOT 1947 DEEL 3
In Zicht 28 hebben we het tweede deel van
de jeugdherinneringen van Klaas Vlam
geplaatst. Nu plaatsen we het derde deel,
vanaf het uitbreken van de tweede
wereldoorlog loopt. In het november-nummer
van dit jaar zullen we het vierde deel
plaatsen.
De oorlogsperiode vanaf mei 1940 tot 1945
Ons rustig dorpsleven veranderde voor alle
Nederlanders radicaal, op de vroege morgen
van de 10e mei 1940. Op die prachtige
voorjaarsmorgen werd ik om ruim 3 uur
wakker, door geronk van vliegtuigen. Tot mijn
verbazing zag ik niet de bekende
tweedekkers in de lucht maar - voor ons
begrip - snel vliegende jagers. Mijn ouders
hoorden mij boven wat stommelen, en mijn
vader riep boos, "blijf toch in je bed". Mijn
ouders hoorden de vliegtuigen inmiddels ook,
waarna wij allemaal uit bed kwamen.
Verbaast stonden wij bij elkaar en hoorden
het lawaai aan. Plotseling begon het zwaar te
dreunen, de ramen trilden en toen begrepen
we dat de Duitsers bommen gooiden op het
vliegveld Bergen. Toen we de radio
inschakelden bleek dat er een oorlog was
begonnen. Ik zie mijn ouders nog staan, zij
stonden er als verslagen bij, waarbij mijn
vader alleen zei "dus toch". Hij had al jaren
met de gedachte gelopen, "wanneer zal dat
nu gebeuren".Het veranderde ons leven op
slag. De volgende dag kwam er een grote
vluchtelingenstroom op gang van mensen uit
de verdedigingslinie in Utrecht. Honderden
mensen stroomden ons dorp binnen; wij
kregen een gezin van 6 personen in onze
toch niet ruime woning. Allerlei matrassen,
strozakken werden gezocht en wij maar eten
koken. Nederland had nauwelijks een leger,
en de oorlog was 5 dagen later afgelopen,
waarna ook de vluchtelingen weer naar huis
konden gaan. Voor ons een grote opluchting.
Van een werkelijke bezetting hebben wij niets
gezien. Een dag na afloop zag ik in het dorp
een Duitse soldaat op een motorfiets voorbij
rijden. Later werden een enkele maal
groepjes soldaten ingekwartierd. Het was
alsof de oorlog aan ons voorbij ging.
Nederland was nu een deel van een groot
stuk Europa, dat door de Duitsers was
veroverd. De Geallieerden hadden de slag
om West-Europa verloren en stonden thans
voor de hopeloze taak het terrein weer terug
te winnen.
Eerste contact met het Duitse leger.
Hoewel wij ons echt nog niet zo zichtbaar
"bezet" voelden, ben ik onbedoeld en
onverwacht toch met de Wehrmacht in
aanraking gekomen. Op een avond ging ik in
het donker per fiets naar huis en ben ik in
Oudkarspel tegen een Duits paard gereden;
of juister gezegd tegen een groot aantal
paarden gereden. Rond die tijd hadden de
Duitsers reeds allerlei maatregelen
voorgeschreven ten aanzien van
verduistering van alle lichtbronnen. Dit om
vanaf een vliegtuig niet zichtbaar te zijn.Deze
verduistering was ook voor een fietslamp
voorgeschreven. Het betekende dat de
voorlamp moest worden afgeplakt met zwart
papier, met uitzondering van een spleet. Voor
een andere weggebruiker was je dan wel
zichtbaar, maar zelf had je dan eigenlijk
nauwelijks licht op de weg. Wanneer je ogen
helemaal aan het duister gewend waren, kon
je grote obstakels wel ontwijken. Op die
avond ben ik tegen iets groots, iets zachts,
iets warms aangereden, waarbij ik mij
realiseerde dat ik tegen een stel wandelaars
aan botste. In een flits realiseerde ik mij ook,
dat ik direct mijn verontschuldiging moest
aanbieden, en bracht onmiddellijk "pardon"
over mijn lippen. De reactie was niet van een
boze man of een nog bozer vrouw in de zin
van "stkan je niet uitkijken". Niets
daarvan, een groot "ding" meters hoog, gaf
mij een klap waardoor ik compleet met fiets
meters naar achter werd geslagen en op de
straat bleef liggen. De oorzaak was namelijk,
dat ik tegen het achterste van een paard was
gereden, en wel precies tussen de benen. Er
stond op de avond in de stille dorpsstraat
echter niet een paard, maar wel 50 in rijen
van 3. Dat bewuste paard, dat daar
waarschijnlijk rustig stond te "herkauwen"' is
natuurlijk heel erg geschrokken, toen {op
volle snelheid} een fietser tussen zijn billen
reed. Het was voor dit beest een geheel
nieuwe ervaring; heel begrijpelijk, "ben je pas
in Nederland, krijg je een fiets tussen je
billen!"
12-