1 5 OP EN NABIJ "HET EILAND" VAN DIRKSHORN. In het nummer Zicht no. 25 liet Jan Barsingerhorn ons weten, dat de in Rotterdam wonende heer G.H. Smit om informatie vroeg over "Het eiland" van Dirkshorn. Arie Smit, een hoog bejaard lid uit Schagen reageerde op deze oproep door uw voorzitter uit te nodigen voor een informatief gesprek. Er kwam een ware stortvloed van herinneringen los, teveel voor één publicatie. Wel zijn we nu in staat de Rotterdamse lezer een antwoord te geven. De heer Smit uit Schagen weet veel. Hij kan het zelf niet meer op papier zetten en zodoende schakelde hij ons in. Dat kan dus, zo kan een ander hem navolgen. Het eiland van Dirkshorn was een rechthoekig stuk land, waarvan Lou Doekes, die er schuin achter zijn boerderij had, de eigenaar was. We kunnen de plek nog terug vinden. Het eiland was te bereiken via een aflopend pad met een bruggetje aan het eind, het pad is er nog. Naast dit pad woonde timmerman Jan Levendig. Daarnaast was het postkantoor van de vader van Arie, Jacob Smit en dan kwam het gemeentehuis. Ook Opa Smit werkte al bij de post als "brievenvergaarder" kantoorhouder) in Dirkshorn, van 1880 tot 1910. Daarvoor was hij "parlevinker" in Koedijk. Vader Jacob was getrouwd met Guurtje Wardenaar, een dochter van de Dirkshornse veldwachter, die aan de Spaanse griep jong kwam te overlijden. Jacob en Guurtje kregen vijf zonen. Onder andere als telegrambesteller verdienden die er af en toe wat bij. Het postkantoor: In het postkantoor van Dirkshorn kwam alle post voor Harenkarspel binnen. Het werd met een hondenkar of met de fiets aangevoerd vanuit Schagen. Ook haalden de bestellers bij toerbeurt de post op uit een spoorwagon bij de halte Schagerwaard. Degene die om half zes 's morgens met de hondenkar voor kwam rijden, nam op de terugweg het geld en de bescheiden van de vorige dag mee terug naar Schagen. Onder leiding van de kantoorhouder werd daarna door vier bestellers en soms ook nog door een hulpbesteller de post gesorteerd. Daarna bleef Jacob op kantoor en ging het viertal hun wijken in. De hele gemeente was in vieren verdeeld. De verste bezorgpunten waren Tuitjenhorn, de Laanderweg, Waarland en de Schagerwaard. Bij de bezorging 's morgens kon je bij de bode zegels kopen, brieven meegeven en betalingen doen. Het ouderdomspensioen betaalden zij ook uit. In de namiddag werd de hele wijk nog eens bezocht. Smit zelf bleef op kantoor om de enige telefoon die er in het dorp was te bedienen en om bureauwerkzaamheden zoals belasting innen en stukken verzendklaar te maken te verrichten. Dorpelingen kwamen bij hem om te telefoneren. Zijn brandkast was een blikken trommel. Als er telegrammen te bezorgen waren deed Jaap Levendig dat. Omstreeks 1920 kwamen er een stuk of tien telefoonaansluitingen bij, onder andere op het gemeentehuis, bij de dokter, de dominee en groenten- en bollenhandelaren zoals De Geus en Slot en de paardenkoopman Reyer Vader. Als die wilden bellen moest Smit ze daarvoor doorverbinden. De bestellers waren Anne Prins, die ook fotograaf was, Simon van der Oord, Teun Visser - die ook een kruidenierswinkel had - en Sietse de Vries. Tijdens de oorlog van 1914-1918 verzorgden Teun Visser en Jacob Smit in hun vrije tijd, voor de gemeente, vanuit de garage van dominee Damstee, ook de distributie van levens middelen. Timmerman Jan Levendig, die dus naast het pad naar het eiland zijn bedrijf had, bouwde in de loop van de jaren ten westen van de kerk die ook op 't eiland stond zeven woningen, drie dubbele- n ri MëJ- ï3 4 fK/" 31 /ctrA {i~~% 'i? X f -V'

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Zicht op Haringcarspel | 2005 | | pagina 33