EEN ANDERE KIJK OP WEST-FRIESLAND Na de wetenschappelijke kijk op het landschap van West-Friesland, hier een gedichtje over het Westfriese landschap door Marius de Haas, overgenomen uit het bekende Westfriese kwartaalblad Skroivendervort. OMVAT IK ZO GKOÖT VAN JE HOU Albenje na#attoid/ verlegene khoCn, at -yben de je yymy niet, toch/ benje/ bal/ wvoin. Alben dover weg/ in een aar of vreemd/ land/, Tochbenne wat gamereen ik/ voet die/band/ Ih ken %o geniete/ vanjouw wioxyi gedicht, Ay 't warme/ pontje/jouw loif weer verlicht Ay 't windje den waatt deur je wapp'rende heer, Nob/, den ben do deurguany wv vv oigen gien wieer. Ay 'k/ heet in de verte jouw omtrekhe %ien, Ven wor ik/ heet warm/, want mJ rv hart iy geen tien. Ik/voet wie %othuty in dat sfeertje van jou, 'k/ denk/ niet dat ik/ ooit rvaxg/ meer ken ponder jou. Ik/ hew 't ve^etfover 't Weyt- friebelanch, Want deer hew ch nou ien keer wv rv hart aan verpand. 'h koik/ attoid weer bioict neb datlandfkup van jou, omdat ik/ nou ien keer %o groot vanjehou. DE MIDDENSTAND VAN SINT MAARTEN TUSSEN 1930 EN 2000 (deel 2) Jan Jonker weet er nog van: "de middenstand van Sint Maarten en de teloorgang tussen 1930 en 2000. Dit is het verhaal geschreven door Jan Jonker en bewerkt door Jaap Beemsterboer. Achteraan dit artikel staan de beschreven huizen met de bij de tekst horende nummers op een kaartje vermeld. In Zicht 26 hebben we het eerste deel gepubliceerd, dit het tweede en laatste gedeelte. De kaartjes staan nu tussendoor, de lijst met bewoners staat aan het eind van dit artikel. Tegenover 'Rust en Lust' op de Hogebuurt hadden Cornelis Schrijver en zijn vrouw Johanna Veter een kruidenierswinkeltje, in een pandje dat ook nog in tweeën werd bewoond. Cees was van oorsprong arbeider die tevens een eigen akkertje bewerkte. Hij ventte in het dorp en had er zijn vaste klantjes. Het koster zijn van de Nederlands Hervormde Kerk had hij als bijbaantje, hij woonde naast de kerk. Kort voor de tweede wereldoorlog bestond het winkeltje nog, in de oorlog werd het omgebouwd tot woning en vrij kort na de oorlog kocht de gemeente het pand op. Een van de oudste huizen van het dorp werd toen gesloopt, waarna de vrijkomende grond gebruikt werd voor het verbreden van de daar te smalle weg en voor verbetering van het kruispunt. 34 (De foto waarop dit huis te zien is, is afgedrukt in de vorige Zicht op blz. 6.) Ongeveer 100 meter naar het Oosten, naast het Raadhuis, stond de winkel van Simon Koning en zijn vrouw Cato Glasbergen. Dat was een mooie zaak met een uitgebreid assortiment rijwielen, 22

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Zicht op Haringcarspel | 2005 | | pagina 24