SCHANSEN TE SCHOORLDAM EN KRABBENDAM In navolging van de 750 jaar stadsfeesten in Alkmaar is er te Schoorldam en Krabbendam ook wat te vieren, namelijk ongeveer 430 jaar geleden dat de schansen daar gemaakt en verdedigd werden tegen de Spanjaarden. De schansen "inden trouble tyt 1573 - 1574 ende daerna". Het verzet tegen het Spaanse bewind had in de loop van 1572 vele steden in Holland en West- Friesland de zijde van de Prins van Oranje doen kiezen. Sindsdien bestond echter ook een voortdurende vrees dat de Spanjaarden via de toenmalige Zuiderzee een landing zouden trachten uit te voeren, om zo het opstandige gebied weer onder controle te krijgen. Regelmatig werd er door inwoners van de achtergelegen dorpen op de toenmalige zeedijken wacht gelopen om door een dergelijke inval niet te worden verrast, en om tijdig weerstand te kunnen bieden. Sinds Haarlem al in december 1572 werd belegerd, was er ook gevaar gekomen aan de landzijde. Het was ook mogelijk dat deze Spaanse troepenmacht nog eens van uit het westen West-Friesland binnen zouden trekken. Op 14 december 1572 beval Diederick van Sonoy dat ieder dorp (in onze omgeving) een aantal gewapende mannen "mette peerden ende waegens" zouden zenden naar Alkmaar, om zich bij zijn soldaten te voegen om sterker te staan tegenover "den erffvyant". Dit bevel werd genoemd "den ordonnantie vande derde man" omdat elk dorp een derde gedeelte van de weerbare mannen beschikbaar moest stellen. De eerste schansen in 1573. Om een mogelijke inval aan de duinkant te kunnen weerstaan, werden op last van Sonoy schansen gemaakt onder andere te Schoorldam en Krabbendam. Er is een schrijven bewaard gebleven van 24 mei 1573 waaruit blijkt dat de inwoners van Schagen, Sint Maarten, Valkkoog, Eenigenburg, Harenkarspel en Warmenhuizen op hun kosten twee schansen hadden doen maken te Schoorldam en Krabbendam. De schans te Krabbendam was er al voor 24 mei 1573 en was voorzien van geschut, kruit en lood en werd dag en nacht door weerbare mannen bewaakt. De schans te Schoorldam werd later gemaakt. Cornelis Pietersz. Holmoer destijds schansmeester te Schoorldam, verklaarde in 1582 dat met het maken van deze schans pas werd begonnen nadat Haarlem was gevallen na 10 juli 1573. Ondergelopen land. Op 20 juli 1573 gaf Sonoy bevel de Jacob Claesz.-sluis bij Krabbendam te openen, waardoor het zeewater van de nog niet droog gemaakte Zijpepolder door de Koedijker- of Pettemervaart in de richting van Alkmaar zou stromen "dat den vyant mette peerden aen den ouden seedyck tot Crabbendam nyet comen ende mach". In het jaar 1531 lieten de Hoogheemraden van de Hondsbossche en Duinen te Petten een vaart graven door de laagte van het riviertje de Rekere van Alkmaar via Huiswaart, Koedijk, Schoorldam, Krabbendam en de Zijpe en eindigen bij Petten. 24

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Zicht op Haringcarspel | 2004 | | pagina 26