DE VERDWIJNING VAN HET BEVOLKINGSREGISTER VAN WARMENHUIZEN
NEDERLANDS ALGEMEEN POLITIEBLAD No. 16 24 april 1944
263.C. Op 14-4-1944 ong. 10 uur, werd ontdekt, dat uit de secretarie van de gem. Warmenhuizen zijn
ontvreemd:
2450 bevolkingskaarten; 30 legeszegels; 27 controlezegels; 27 blanco persoonsbewijzen.
In verband hiermede verzoekt de Groepscommandant der Marechaussee te Schoorl o.a. de
opsporingsaanhouding van:
1. Nicolaas Bes, geb. 05-11-1921 te Harenkarspel, secretarieambtenaar te Warmenhuizen wonende te
Harenkarspel, Tuitjehorn, H 56. Sign. Ong. 1.80 m. slank postuur, blauwe ogen, blond haar, draagt bril
en is blootshoofds; kleding: donkergrijs colbertcostuum, donkergrijze overjas, lage zwarte schoenen;
2. Gerardus Petrus Wester, geb. te 1926, secretarieambtenaar te Harenkarspel, won. te Harenkarspel.
Sign. Ong. 1.65 m, achterovergekamd blond haar, slank postuur; bruin colbertcostuum.
Beide personen zijn tot op heden toe niet op de secretarie verschenen.
Inbeslagname van het ontvreemde wordt mede verzocht.
Het verhaal achter de verdwijning.
Naast de "Totaler Arbeitseinsats", die door de Duitsers in 1943 in de door hen bezette gebieden voor
vele leeftijdscategorieën werd ingevoerd, probeerden ze ook door middel van de zogenaamde
"Gemeindeeinsatz" (zie De Jong, deel 7, bladzijde 1285) de mannelijke inwoners van de gemeenten te
dwingen tot bijvoorbeeld spit- en graafwerkzaamheden aan hun "Atlantik Wal". Zo moest er begin 1944
een kabelsleuf gespit worden van Hoek van Holland naar Den Helder. Mede omdat dit in strijd was met
het Volkenrecht weigerde burgemeester Nolet van Warmenhuizen daar inwoners voor aan te wijzen en
dook hij, evenals wethouder Bakker, op 1 januari 1944 onder.
De kabelsleuf kwam er natuurlijk wel, maar onze verzetslieden hadden heel nauwkeurig de sleuf in
kaart gebracht, zodat het een kleinigheid was om die kabel in de buurt van Valkkoog door te knippen,
naar ik meen werd dat uitgevoerd door Otto Koedijk en Jan Nieuwenhuizen. Veel plezier hebben de
Duitsers er dus niet van gehad.
Toen zowel mevr. Nolet als mevr. Bakker werden gearresteerd moesten hun mannen wel "opduiken"
en zo kwam burgemeester Nolet in het concentratiekamp Amersfoort terecht. Het lot van de wethouder
is mij niet bekend. Het werd nog gezellig in Amersfoort toen kort erna Jan Beemsterboer en Jan
Sinnige daar eveneens werden vastgezet. Eerst werd de burgemeester door de leider van De
Landstand vervangen. Volgens de heer Jaap Burger, ambtenaar ter gemeentesecretarie, was dit geen
onkwalijke kerel. Per medio februari verscheen als plaatsvervanger de N S B.er Chris Roos en ook
over hem was Burger niet slecht te spreken. Voor het personeel van het gemeentehuis was hij niet
lastig. Dat zou mijn inziens ook erg onverstandig zijn geweest, want na een burgemeesterscursus van
enkele weken, had hij als hoofd van de gemeente wel enige assistentie nodig.
Bij de illegaliteit werd Roos, om begrijpelijke redenen niet vertrouwd en naar later zou blijken terecht,
want "meneer" maakte gewapend met een revolver ook jacht op onderduikers. Zo werden onder
andere twee van onze onderduikers, afkomstig uit Egmond, door hem beschoten toen ze er vandoor
gingen nadat hij ze naar hun persoonsbewijzen had gevraagd. Voor ons was toen duidelijk dat het
bevolkingsregister buiten het bereik van deze landverrader moest komen. Zelfs is later overwogen hem
te liquideren toen hij een onderduiker uit Alkmaar dwars door de dij had geschoten.
Een haalbaar plan om het bevolkingsregister weg te halen, diende zich aan toen bleek dat twee jonge
ambtenaren, Nico Bes en Gerard Wester, direct bereid waren om mee te werken, ook als dat onder
duiken zou inhouden. Aan ons niet bekend was de vernietiging van het Centrale Bevolkingsregister in
Gebouw Kleijkamp in Den Haag op 11 april 1944, door een horizontaal bombardement van een zestal
Mosquito's. Op 13 april 1944 lukte het ons om het bevolkingsregister weg te halen. We hadden
namelijk met Nico en Gerard afgesproken dat ze aan het eind van de werkdag, als ze samen met
Burger op de fiets zouden stappen om naar Tuitjenhorn te rijden, nog even om de sleutels van de
andere archiefkast zouden vragen, omdat ze iets vergeten hadden. Dit lukte, de drie laden van de
archiefkast werden fluks op de overloop in de werkkast geplaatst en bedekt met een aantal
stofdoeken. Wij, Jan Sinnige en Rein Posthuma, slopen 's avonds de trap op en ontkwamen met de
drie laden, waarin zich het complete bevolkingsregister bevond, het geheel in jute zakken.
18