EEN STUKJE GESCHIEDENIS VAN DE REGENBOOGSCHOOL. Als je je wat verdiept in de geschiedenis van de school, valt je direct op, wat een doorzettingsvermogen men had en een offergezindheid om hier in dit dorp een christelijke school te stichten. Het was een kleine groep mensen, die rond 1900 om de tafel ging zitten om te praten of het niet mogelijk was. Er was een klein fonds gevormd door de jeugd van de Geref. Kerk, die enige jaren 1 cent per week gaf, en dit elke week naar de dominee bracht, die dit fonds beheerde. Zo was er in kas f. 57,- met wat centen. Maar om een school te stichten moest er meer gebeuren. Er moest elk jaar f. 1.000,- zijn en dat in een tijd dat een landarbeider f. 7,50 per week verdiende en men had tevens de lasten van een kerkgebouw en predikant, die een traktement van f. 800,- per jaar had. Toch heeft men de stap gewaagd doordat ieder naar vermogen zijn deel bijdroeg. Op zondag 12 februari na de middagdienst in de geref. kerk werd het besluit genomen om een school met de bijbel te stichten. Het eerste bestuur bestond uit de volgende personen: W. Rus, voorz., L. Doekes, secr., K. Slot, penningm., J. Slot, K. Schuyt, en Jasper Stijgstra. Deze mensen gingen namens de leden aan het werk om het besluit wat was genomen in werkelijkheid om te zetten. Er moest een school gebouwd worden, dit werd opgedragen aan het bestuurslid W. Rus (de grootvader van het tegenwoordige bestuurslid W. Tams) om bestek en tekening te maken voor een twee-klassige school met onderwijswoning, alles onder één dak. Het werk werd door hem uitgevoerd voor f. 3.800-. Bouwterrein was aangekocht van, naar ik meen, J. Limmen (de grootvader van Jan en Theo Limmen) tegenover het tegenwoordige "Centrum". Ook moest er een hoofd voor de school gezocht worden. Op een oproep om sollicitanten kwamen 19 gegadigden zich melden, waaruit gekozen is meester Piet Nieuwenhuizen uit Gouda. Namens het bestuur ging de voorzitter W. Rus naar Friesland om oude schoolbanken te kopen. De allernoodzakelijkste leermiddelen werden aangeschaft. Toen brak de 2e juli aan, de dag waarnaar zo velen hadden uitgezien. Op die dag werd de school geopend. Meester Olthof uit Krabbendam had de leiding, terwijl dominee Schoenmaker het hoofd van de school heeft geïnstalleerd. Er waren 25 leerlingen die voor een deel geleend waren van Krabbendam en Langedijk, om voor de subsidie van f. 200,- per jaar in aanmerking te komen. De eerste 6 jaar stond meester Nieuwenhuizen alleen voor 6 klassen. Maar in 1908 werd het tweede lokaal in gebruik genomen en kwam juf Visser. Wel een teken, dat het aantal leerlingen steeds toenam. Juf Visser bleef tot 1909 en werd opgevolgd door juf Schut, die ook weer twee jaar bleef en werd weer opgevolgd door juf Keinemans. Zij bleef tot 1917. Ik zou zo door kunnen gaan van jaar tot jaar, maar daar wil ik u niet mee vermoeien. Wel zou ik nog kunnen noemen, de namen van de dames die, zoals dat toen heette, het nuttige handwerken aan de meisjes leerden. Dit waren o. a. Guurtje Jonker-Rus, Jansje Honsbeek en de dochters van K. Slot. L. Doekes, medeoprichter school met de bijbel in Stroet 21

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Zicht op Haringcarspel | 2002 | | pagina 23