HERINNERINGEN UIT HET VERLEDEN -1
Na een fietstochtje door de polder met grote oppervlakten kool en nog eens kool, denk ik
onwillekeurig terug aan al die kleine akkertjes, die tezamen het "rijk der duizend eilanden" werd
genoemd in het Geestmerambacht. Met drie mensen zes duizend koolplanten in de grond zetten
en daarna op het plantenbaantje weer zo'n zelfde aantal te gaan plukken voor de volgende dag,
betekende een gehele dagtaak. Dit voorjaar trapte ik even op de torpedo terugtraprem van mijn
dik zestig jaar oude Veeno fiets om even een praatje te maken met de eigenaar van een groot stuk
bouwland, die met enkele medewerkers ook bezig was met koolplanten zetten. Hier uiteraard geen
jongen met een mand voor de buik om de planten aan te geven aan iemand, die met een aeboaen
rug liep.
Deze worden op de nu reeds lang bekende
plantmachine gelegd, gekoppeld aan een zware
tractor, voor de meestal vijf jongens, die er voor
zorgen, dat alles regelmatig in de grond zal
komen. Tegenwoordig zijn er geheel andere
aantallen aan de orde, geen zes duizend per dag
maar zo ongeveer 15 a 20.000 per uur! En zo
zijn er op allerlei gebied opzienbarende
veranderingen te constateren. Hetzelfde beeld zal
ontstaan als onze jaartelling zestig jaar verder is
kool -Agevorderd. De populaire fiets van heden is dan
dat de gebruiker hiervan na een druk op de knop
probleemloos naar zijn bestemming zal brengen
zonder enige hinder van wind of regen.
Hoewel het niet de bedoeling is om als waarzegger in de belangstelling te komen, zijn er altijd
mensen, die min of meer geloof hechten aan de man, die in een glazen bol zit te staren en op deze
manier de toekomst denkt te kunnen voorspellen. Voor zulke hokus pokus verhalen moet meestal
flink worden betaald door de goedgelovige toehoorder, maar soms zijn er mensen, die hun visie op
de toekomst gratis kenbaar maken.
Zoals b.v. de Heer Duisenberg in het verleden de schatkistbewaarder van ons land en momenteel
directeur van de Europese Centrale Bank. Op 22 mei 1989 verklaarde hij voor de TV, dat de
invoeiing van de Europese munt nog tientallen jaren zou duren maar heeft toen vermoedelijk in
een glazen bol met matglas gekeken.
Terug naar het verleden waarin met onze harde gulden kan worden betaald Dat was echter niet
altijd vanzelfsprekend, vele malen waren het kwartjes, dubbeltjes, stuivers of centen. Er werd zelfs
met halve centen gerekend, waarvan ik er nog twee heb bewaard met de jaartallen 1911 en 1937
Tussen de vierkante nikkelen stuivers en de cent was er een munt van 2 1/2 cent in onze regio
aangeduid als plak. Deze vaak gebruikt voor de gasmeter waarin twee gleuven zaten om een
dubbeltje of een plak in te draaien. Hiermede werd de gastoevoer geregeld voor een dubbeltje
brandde een gas kousje in de kamer voor verlichting met een tijdsduur van vier uur Met de 2 1/2
cent was dat een uur. Op het cijfersysteem van de gasbus in de meter kon men zien hoeveel uren
nog aanwezig waren. Behalve voor verlichting moest ook worden gekookt op gas meestal was in
de keuken een dubbel gasstel aanwezig, in sommige gezinnen tevens een kolenfornuis waarop
gekookt kon worden. Een afzuigkap was onbekend, zodat je meestal kon ruiken welke soort
groente er op tafel zou verschijnen, in het gunstigste geval werd een aanwezig raam, indien
mogelijk, een klein stukje geopend. Niet aanwezig waren de vitaminen in de groente vanwege het
lange koken maar niemand maakte zich daar druk over. Alles kwam zachtgekookt op tafel, niet
beetgaar zoals tegenwoordig, dat zou niemand hebben gegeten en zijn bord hebben
weggeschoven.
Na de aardappelen en groente werd datzelfde bord vol geschept met brinta of havermout-pap
een schep suiker er over voor een lekker en tevens voedzaam toetje en zoals het werd genoemd
de gaatjes te vullen. Gekookt in volle melk om de eenvoudige reden, dat er geen mindere kwaliteit
(brassica oleracea L) veranderd in een klein en handig vervoer middel,