Waarzegster Na die brief van het Rode Kruis had ik niets meer van mijn man gehoord. Eind april ging mijn broer Cor naar een waarzegster in Langedijk. Die was geëvacueerd uit Amsterdam. Cor had mijn trouwfoto meegenomen en vroeg haar of ze nog iets van de bruidegom kon zeggen. Zij bekeek de foto een tijdje en zei: "Hij is niet ver over de grens, hij maakt het goed en is over zes weken thuis". Die voorspelling is precies uitgekomen. Op 5 mei was de oorlog ten einde. Nog zie ik 's avonds Huib Tiebie lopen met de vlag en een hele optocht achter hem aan rond de Koorndijk. In Duitsland hield mijn man er een dagboekje op na, waaraan ik het volgende ontleen. In Duitsland Na de beschieting in Wierden gingen ze 's avonds per trein naar Wuppertal in Duitsland. Een week later was Hagen-Haspe hun bestemming. Ze werden ondergebracht in 't Lager (een schoolgebouw) en moesten werken aan de spoorbaan; daarvoor kregen ze een klein bedragje uitbetaald. Maar van het werk kwam soms weinig terecht. Vele keren ging het groot alarm af en vielen de bommen van de Engelsen soms heel dichtbij. Gelukkig wisten ze steeds te ontkomen en werd er niemand geraakt. Wel kreeg Jan Kortland uit Callantsoog een ernstige ziekte, waaraan hij in Duitsland is overleden. De eerste tijd kregen ze weinig te eten en ging mijn man de straat op om te bedelen. Mijn man was een Maria vereerder. Als hij het emotioneel te kwaad kreeg, dan liep hij een kerk binnen om te bidden tot Maria. Op een keer kwam er een oud vrouwtje achter hem zitten in de kerk en gaf hem bonnen voor 750 gram brood. De opslagplaatsen waar de Duitsers hun aardappelen en groente bewaarden wist hij intussen ook te vinden en zo kon hij af en toe eten begaan. De kok en zijn vrouw waren bereid om het lekker gaar te koken. Van de pan die ik in Schoorldam bij de notaris had gehaald, heeft hij veel genot gehad. Op een morgen dat mijn man het weer erg moeilijk had ging hij naar de kerk, waarna hij wat doelloos rond liep en terechtkwam bij een boer van wie hij brood kreeg. Daar hoorde hij juist die dag dat alle Russen en Polen zich moesten melden bij de Duitsers. De knecht van die boer was een Pool, die ook vertrekken moest. Omdat mijn man kon melken mocht hij zijn plaats innemen. De volgende morgen ging hij al vroeg uit 't Lager met pak en zak. Hij werd aangehouden door een paar soldaten, maar na een paar vragen lieten ze hem toch gaan. Bij die boer heeft hij het best gehad. Naar huis Toen Duitsland capituleerde waren de mannen uitbundig van blijdschap dat ze weer naar huis mochten. Ze werden per trein vervoerd naar Roermond in Limburg en vandaar naar Vlodrop, waar ze in een klooster werden ondergebracht. Die in Limburg, Brabant en Zeeland woonden, mochten doorgaan naar huis. De Hollanders moesten afwachten, omdat erboven de rivier de Maas nog geen vervoer mogelijk was en ook niet genoeg eten. Toen ze eenmaal konden vertrekken was mijn man eerst naar 't Zand gegaan en hoorde daar dat ik met de kinderen bij mijn ouders was. Op 30 mei 1945 's avonds om half twaalf hoorde ik iemand aan de buitendeur. Ik wist dat het m'n man was en met een vaart ging ik naar beneden. We waren erg blij en dankbaar elkaar weer gezond en wel terug te zien na ruim vijf maanden van spanning en verdriet. Alle huisgenoten kwamen uit bed om m'n man te verwelkomen. De kinderen wilde hij ook graag zien, dus haalde ik ze uit hun bedje. Nic en Ria herkenden hem aan zijn stem en zeiden heel blij: "Papa". Ans was nog te klein (tien maanden oud) toen hij wegging. Elke dag ging m'n man op zoek naar een woning en op 10 juni 1945 was de verhuizing naar de Keinsmerweg in 't Zand. Terug in de Zijpe ging het leven weer gewoon verder. 10 WAARZEGSTER

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Zicht op Haringcarspel | 2001 | | pagina 12