bracht Waarlands hoofdonderwijzer Dirk Pieter Plaatsman er toe te solliciteren naar de functie van
eerste burger in de gemeente Harenkarspel.
Opnieuw samen delen
Vanaf het begin van de twintigste eeuw moesten de twee gemeenten het weer stellen met één
burgemeester. Dat waren achtereenvolgens, Jan Burger, Henricus Nolet, Vincent Nolet en Willem
Wesselink. Door beide gemeenteraden was er meer dan eens actie gevoerd voor een eigen
burgemeester. Dit kwam heel sterk naar voren toen Jan Burger, vanaf 1 juli 1909 al in Harenkarspel
burgemeester, zijn functie ter beschikking stelde. Door de raad van Warmenhuizen werd geprobeerd
een burgemeester voor de eigen gemeente te krijgen. Er werd zelfs een bezoek gebracht aan de
commissaris van de koningin in Noord-Holland. Deze pogingen haalden echter niets uit. Donderdag 1
november 1928 werd H. Nolet burgemeester van zowel Harenkarspel als Warmenhuizen.
Toen de plannen voor een nieuwe gemeente, te vormen door de gemeente Harenkarspel, Sint
Maarten en Warmenhuizen, in een vergevorderd stadium verkeerden en de behandeling van
wetsvoorstel 20446 het voorstel van wet tot gemeentelijke herindeling van de Kop van Noord-
Holland' in de beide Kamers der Staten Generaal een hamerstuk zou zijn, kwamen er na het vertrek
van burgemeester Wesselink op 1 februari 1989 plotseling twee tijdelijke burries. In Harenkarspel
werd hij opgevolgd door waarnemer Jos Louter, burgemeester van Obdam. De Zijper burgervader
Jaap Gutker kreeg deze opdracht in Warmenhuizen.
Geen Haringcarspel maar Harenkarspel
Voordat er van de gemeente Haringcarspel nieuwe stijl sprake was, komen we voor dit gebied ook
andere schrijfwijzen tegen. In archiefstukken vinden we namen als: HeereKarspel, Harencarspel,
Haringkarspel. Zelfs de commissaris van koning Willem III in de provincie Noord-Holland hield zich
bezig met de verschillende wijze van schrijven van de gemeentenaam.
Op 22 augustus 1882 liet burgemeester Swan een schrijven uitgaan naar de Officier van Justitie van
de' Arrondissement Regtbank' te Alkmaar, waarin hij om opheldering vroeg over de juiste schrijfwijze
van de gemeentenaam: Haringcarspel of Harenkarspel. De officier antwoordde per brief van 26
augustus en adviseerde burgemeester Swan een missive te richten aan de 'Commissaris des konings'
in onze provincie. In zijn antwoord verwees de commissaris naar een besluit van de 'Hooge Raad van
Adel'. Die instantie had tenslotte op 22 oktober 1817 het nieuwe gemeentewapen vastgesteld. In het
eerste en vierde kwartier waren drie haringen afgebeeld. In zijn brief van 21 oktober 1882 schreef hij:
(,..)'Op grond van deze wetenschappelijke gegevens, ben ik van meening dat men de spelling:
Harenkarspel' als de meest juiste moet blijven behouden.
In de schrijfwijze veranderde niets en de brieven verdwenen
in de onderste bureaulade. Ook niet na ontvangst van een
brief d.d. 2 september 1896 van Gedeputeerde Staten van
Noord- Holland. Daarin staat: Naar aanleiding van uw
schrijven hebben wij de eer u mede te deelen dat uw
voorstel ml de van ouds gebruikte spelling van den naam
Uwer gemeente te behouden, door ons indertijd met gunstig
advies aan den Minister van Binnenlandsche Zaken is
overgebracht. Desondanks heeft Zijne Excellentie het beter
geacht de naam uwer gemeente in de wet van 16 April 1896
(Stbl. No. 72) te doen opnemen als:Harenkarspel'. En weer
gebeurde er niets,...
Tijdens de raadvergadering van 24 september 1906 gaf burgemeester Swan aan dat bij het college
van B&W het voornemen bestond gevolg te geven aan een eerder ontvangen verzoek, van de
commissaris der koningin Jhr. Mr. J. W.M. Schorer en andere overheidsinstanties, de tot dan
gevoerde schrijfwijze van de gemeentenaam te veranderen in Harenkarspel. Bij brief van 3 oktober
23