9. Van Wierts werf alias Reijntgen Zijbits werf tot 'Pieter Gerits' huis en erf
10. Van daar over de nieuwe overtoom en voor de nieuwe watermolen tot
'Jan Everts werf
11Vandaar langs de huizen en erven in Oudkarspel tot daar de Oosterdijk
in' t oosten weer begint. Dit gedeelte wordt niet verstoeld maar blijft in
gemeenschappelijk onderhoud
(Bij de verstoeling wordt dit eindpunt 'Pieter Geijes werft genoemd).
12. Van de voornoemde huizen oostwaarts tot voorbij de 'Remkesloot'
13. Van daar oost- en zuidwaarts tot op de zuidkant in de 'heijninge'
(scheisloot) van 'Pieter Abbes weijde'zijnde de banscheiding rossen
Oud- karspel en Noord Scharwoude
45 roeden
34 1/2 roeden
253 roeden
83 roeden
166 roeden
Verder over de bannes van Noord- en Zuid Scharwoude, Sint Pancras en Koedijk.
De verstoeling van de dijk
In onderstaande staat is een overzicht gegeven van de dijkplichtigen met daarbij de oppervlakte van
de landerijen die de inwoners van de diverse dorpen e.d. in eigendom bezaten en het aantal roeden
dijk dat door hen moest worden onderhouden.
Oppervlakte aan landbezit
In geerzen en snezen. 11)
Te onderhouden dijk in
roeden, voeten en duimen
Kalverdijk en Eenigenburg
945-6
345-11-0
Warmenhuizen
2902-0
802-11-10
Oudkarspel
1551-7
429-3-10
Noord-Scharwoude
1186-1
327-4-0
Zuid-Scharwoude
1023-5
282-11-5
Broek op Langedijk
633-6/4
174-11-71/2
De poorterij van Alkmaar
1561-
111/2
431-7-0
Sint Pancras
316-11/2
87-4-10
Koedijk
1021-6
313-5-3)4
Oudorp
373-4
102-6-9)4
De Keizer voor zijn
Vroonlanden
2527-
214
731-10-114
Totaal
14042-3
4030-3-9
Nu de commissarissen de gegevens betreffende de lengte van de dijk en de oppervlakte aan land, dat
aan de ingezetenen van ieder dorp toebehoorde, hadden verkregen dachten zij de dijk te kunnen
verstoeien door ieder dorp zonder meer een gedeelte van de dijk toe te wijzen. Daarmee namen de
vertegenwoordigers van de dorpen e.d. echter geen genoegen. Er was te veel verschil in kwaliteit en
ligging van de diverse dijksgedeelten. Vooral de dijk bij Broek op Langedijk was niet aantrekkelijk om
te onderhouden. De commissarissen voelden zich toen gedwongen de hele dijk, vanaf de Breelaan tot
de driesprong bij Kalverdijk, te inspecteren om hierover verder te kunnen oordelen.
Het resultaat was dat er bij de uiteindelijke verstoeling rekening werd gehouden met de betere en
slechtere omstandigheden.
Zo kregen Kalverdijk en Eenigenburg ruim 84 roeden extra te onderhouden omdat hun dijk beter was
en luwer lag dan die van de andere dorpen. De dijk bij de huizen van Oudkarspel lag redelijk hoog en
werd daarom niet verstoeld. Koedijk kreeg in Broek op Langedijk een gedeelte van 31 roeden extra te
onderhouden. Het liep over enkele erven en de 47 roeden werden wegens goede gesteldheid geteld
voor 16 roeden onderhoud. Zo kreeg de Keizer in Zuid-Scharwoude nog een gedeelte van 49 roeden
16