ïïoudmeer tn o lexis Troinpersniolen molen Vindplaats X-f- massa-graf'® Octrooi verleend tot het bedijken van de Woudmeer in 1635, de Bleekmeer in 1632 en de Heerhugowaard in 1625. G. de Vries Az, De kaart van Hollands Noorderkwartier in 1288 Amsterdam 1865 pag,. 63 en A.A. Beekman, geschiedkundige atlas van Nederland, Holland, Zeeland en Westfriesland in 1300 deel I Hollands Noorderkwartier, 's Gravenhage 1916 pag. 22. F. van Mieris, Groot Charterboek der Graven van Holland anz. Leiden 1753-1756, deel III, pag. 496 In het jaar 1413 werd de Oosterdijk hersteld en verbeterd. Bij die gelegenheid werden het beheer en onderhoud door graaf Willem VI geregeld. De dijk moest worden onderhouden door de diverse dorpen en de poorters van Alkmaar naar de oppervlakte land die hun ingezetenen binnen de dijk bezaten. Het maken, leggen en verleggen van gaten, dammen, sluizen, bruggen en overtomen mocht alleen plaatsvinden bij besluit van het dijksbestuur. Definitieve sluiting van de Oosterdijk In het begin van de 16e eeuw bevond de dijk zich weer in een slechte staat van onderhoud. Er waren veel gaten in de dijk en de sluisdeuren werden ten behoeve van de visserij dikwijls open gelaten.5) Blijkens een rond 1530 gemaakte kaart van de Vroonlanden bij Sint Pancras lag er ten oosten van dat dorp in het geheel geen dijk meer. Vanaf het zuideinde van Broek op Langedijk tot het dorp Sint Pancras toe deed de Twuiverweg als zodanig dienst. Er moet eerder achter Sint Pancras wel een dijk zijn geweest, want vanaf de hoek van de Twuiverweg lag naar het zuiden toe een langgerekt perceel dat op de kaart werd aangeduid met de naam 'dijckstal'. Het lag precies in het verlengde van de weg of dijk die van Broek op Langedijk recht naar het zui- den loopt. Aan de zuidpunt van dit 'dijckstal' lag destijds een rietpoel met de naam 'de braeck alias heijnricxs braeck'. Dit wijst op een vroegere doorbraak. Het in dit gebied niet en wel aanwezig zijn van de Oosterdijk blijkt ook duidelijk uit de kaartjes uit circa 1530 en 1590 bij het artikel 'Het Zweem, tot I oktober 1972 een stukje Oudorp in de Heerhugowaard'.6) Om aan de wateroverlast voor goed een einde te maken werd omstreeks 1530 besloten de Oosterdijk over de volle lengte, van Kalverdijk tot aan Oudorp toe, te herstellen en waar nodig op nieuw aan te leggen. Door het dichten van de dijk en het gelijktijdig plaatsen van een viertal watermolens hoopte men het waterpeil in bedwang te kunnen houden. De eerste die tegen dit voornemen in het geweer kwam was de graaf van Egmond. Hij bezat o.a. de Heerlijkheid Oudkarspel en verpachtte als zodanig diverse visserijen die door het sluiten van de Oosterdijk geschaad zouden worden. Het waren de visserij van de Noorderbregge, de Suijderbregge, 13

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Zicht op Haringcarspel | 2001 | | pagina 15