PROFESSOR KEES (R.C.) KWANT
Een zeer bekende Nederlandse filosoof is de op 14 januari 1918 in Warmenhuizen geboren
tuinderszoon Kees Kwant. Een wijsgeer wiens breed scala van boeken onder meer in het Engels,
Spaans en Japans is vertaald. Professor Kwant doceerde aan het seminarie van de paters
Augustijnen in Eindhoven, aan de Rijksuniversiteit van Utrecht en gaf gastcolleges in Amerika, Zuid
Afrika en Japan. Met Kardinaal Alfrink, Bisschop Beckers en Minister Marga Klompé trad hij sturend
op bij de ontwikkelingen van het Nederlandse Katholicisme. Kees Kwant is nog steeds actief: "Ik werk
nu nog steeds door, en wel met plezier. Er valt zoveel te overdenken in onze zich snel ontwikkelende
wereld. En daarover kom je nooit uitgedacht."
Vader Kwant had een klein agrarisch bedrijfje aan de
Oostwal in Warmenhuizen. Van zijn twee akkertjes, de
Poepenwaid en 't Rutje kon hij zijn gezin niet
onderhouden, aanvulling door loonarbeid, bijvoorbeeld
door werken bij boeren tijdens de hooitijd of bollen rooien
was nodig. Kees was het tweede van de dertien kinderen.
De oudste stierf jong. Toen de economisch nog niet zo
slechte jaren in 1929 door de crisistijd werden opgevolgd
verhuisde het gezin naar Amsterdam waar pogingen om
middels een groentenwijk de kost te verdienen faalden.
Kees hielp zijn vader waar hij dat maar kon. Niet naar
school gaan kwam daar ook voor, want op de stadsschool
bleek dat zijn ondergrond op het gebied van met name de
Nederlandse taal, in het bijzonder voor wat betreft de
grammatica, de animo om te studeren niet vergrootte.
Vader en moeder Kwant kwamen na 9 maanden weer in
Warmenhuizen terug, met de boot van Schrijver. Vader
vond werk aan de drooglegging van de Wieringermeer.
Kees was 12 jaar toen hij "op studie ging". Bij de paters, fathers van Mill Hill, in Hoorn. Een engelse
congregatie die priester-missionarissen opleidde. Voor een arbeiderskind was het niet weggelegd
naar Hageveld of Warmond te gaan, naar de seminaries die opleidden voor "wereldheer": voor
pastoor of kapelaan. Kees was door het Hoofd van de Warmenhuizense school, Meester Koot met
bijlessen klaar gestoomd om de lessen te kunnen volgen. Zonder succes. Het eerste rapport
vertoonde uitsluitend onvoldoendes. Daar kwam heel snel verbetering in. De zes jaren klein-seminarie
verliepen verder zeer succesvol.
Toen die afgerond waren volgde een medische keuring. Doordat struma werd geconstateerd was een
loopbaan als missionaris binnen de congregatie niet meer mogelijk. De fathers van Mill Hill zorgden
voor herplaatsing bij de paters Augustijnen die overwegend in Nederland werken, onder andere op en
met middelbare scholen. Kees voelde zich bij de Augustijnen in zijn noviciaatjaar in Witmarsum
uitstekend op zijn plaats. Het klimaat was er geheel anders dan dat van de engelse Society-sfeer
waarvan hij later evenwel de vruchten mocht plukken.
Na het noviciaatjaar, een soort proefjaar voor het kloosterleven, ging Kees naar het
augustijnenklooster in Eindhoven voor een tweejarige filosofiestudie. Die twee jaren waren voor hem
een openbaring. Daar kreeg hij de smaak voor filosofie te pakken en die heeft voortaan zijn leven
getekend en daarin bereikte hij dus een ongekende hoogte.
In augustus 1939 verhuisde Kees met zijn hele klas naar Culemborg om daar op het grootseminarie
ingeleid te worden in de theologie, de "Godgeleerdheid", een vierjarige studie. Maar eind september
wachtte hem een grote verrassing. Het centrale bestuur van de Augustijnen in Rome richtte daar toen
een centraal studiehuis voor theologie in. Alle Europese provincies van de orde werd verzocht twee
23