motor met keerkoppeling was voor vele kleinere tuinders en veehouders niet te betalen. En juist die keerkoppeling was nodig omdat het varen door het verwaarlozen van de sloten bijna niet meer ging. Met de bagger in de sloten nam ook de groei van het aantal waterplanten sterk toe. Vooral op plaatsen waar minder werd gevaren ontstond zoveel "gewas" in de sloten dat varen met een motorschuit bijna onmogelijk werd. Vooral wier en flap wikkelden zich om de schroefas en de schroef, waardoor men niet meer vooruit ging. Een keerkoppeling, dus terugdraaiende, maakte soms dat de rommel er weer afging. Maar in korte tijd was het weer hetzelfde. Er was behoefte aan een goedkopere manier van varen op motorkracht, met een schroef die al het ongemak de baas kon en niet meer wikkelde. Meerdere vakmensen hadden zich met dit probleem bezig gehouden, maar de oplossing was er nog niet. Totdat bij de andere schuitenmakerij in Warmenhuizen, die van de familie Otto en nu geëxploiteerd door de maatschap Tesselaar en Smit, een tuinder kwam en vroeg om een nieuwe motorvlet met een schroef die van de flap geen last had. Hij had n.l. land in gebruik, ver van huis bij de Westfriesedijk. En de sloten zaten vol met flap, staand kroos en verder alles wat varen zowat onmogelijk maakte. Tesselaar wilde graag verkopen en deed wel eens beloften die niet zo direct konden worden nagekomen. Hij verkoopt de vlet en zegt dat zijn maat Piet daar wel wat voor maakte. Piet Smit was handig en wist veel dingen op te lossen, maar dit? De tuinder was er ook niet zo zeker van en vroeg garanties. Dat werd moeilijk. Uiteindelijk vonden zij elkaar met de afspraak dat als het niet goed was de tuinder niet hoefde te betalen. Maar als het wel werkte dan diende er ook spoedig betaald te worden. Piet Smit probeerde, na enkele dagen nagedacht te hebben, een soort koker te maken rondom de schroefas, waardoor deze was afgeschermd voor de waterplanten. De bladen van de schroef kregen een iets andere vorm en stand, waardoor de waterplanten werden weggeworpen. Het geheel moest goed op elkaar aansluiten zodat tussen de koker en schroef bijna geen ruimte meer was. Het spul werd in de vlet gemaakt en wat Piet Smit hoopte, en de tuinder graag wilde, dat lukte. Met een lichtere motor was varen in deze sloten mogelijk geworden. De anti-wierschroef was geboren. Na deze proef waren de makers vrij zeker van hun vinding en gaven de tuinder nog enige tijd om te proberen om zeker te weten dat de schroef goed was. Enige weken later komt de tuinder terug bij de makers en vertelde dat het toch niet ging. Teleurstelling alom. Piet Smit wilde de vlet met de schroef zien, maar de tuinder was eerst wat terughoudend. Na enig aandringen kwam hij er mee naar de helling en kwam de vlet op het droge om te zien wat er aan de hand was. Er bleek een stuk fietsband in te zitten en na verwijdering liep alles weer zoals het hoorde. Korte tijd later heeft de tuinder betaald. Toen het later kermis was en de tuinder en Piet Smit op het eerste deuntje waren, en natuurlijk een borrel hadden gedronken, informeerde Piet hoe het ging met het varen. Het antwoord was "prima" en de tuinder zei er eerlijk bij "dat van die fietsband heb ik toen zelf gedaan". Hij kon het geld niet missen en de afspraak van niet betalen als het niet goed was, had hij niet vergeten. Samen dronken ze er nog maar een borrel op en lieten het voorval voor wat het was. De anti-wierschroef bleek in een grote behoefte te voorzien. Op alle plaatsen waar plantengroei in de sloten het varen belemmerde werden de schuiten uitgerust met deze schroef. Het is voor de uitvinder en maker teleurstellen dat het aangevraagde octrooi technisch zoveel mankementen vertoonde dat het geen bescherming bood tegen namaak. Ook de toezegging van collega scheepsbouwers, die veel bewondering hadden voor de vinding en allen van mening waren dat een financiële waardering hem toekwam, lieten het later massaal afweten. Wanneer het om geld gaat leert men zijn vrienden kennen! Jan Kraakman 22

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Zicht op Haringcarspel | 2000 | | pagina 24