die deze donkere periode hebben mee gemaakt, soms onder bijzondere omstandigheden, zullen het nimmer kunnen vergeten. Melkfabriek "De Eendracht" in Warmenhuizen vervulde een belangrijke rol in de gemeenschap. Met betrekkelijk weinig personeel werd wekelijks toch een flinke hoeveelheid kaas geproduceerd, welke meestal naar de Alkmaarse Kaasmarkt werd afgevoerd. Directeur van het zuivelgebeuren was de Heer Pieter Sevenhuijsen, een markante figuur, zoals hij naar "zijn" fabriek wandelde aan het eind van de Fuik. Na een inspectie van de hoeveelheid kaas op de kwaliteit hiervan, maakte hij een praatje met diverse werknemers. Niet alleen over de algemene zaken, maar ook betreffende hun werkzaamheden en eventuele klachten hierover. Hij werd altijd door het personeel gewaardeerd, een directeur die niet de gehele dag achter zijn bureau bleef zitten maar zich ook in de fabriek liet zien en tijd had voor de mensen, die er werkten. De melk, die aan de fabriek moest worden afgeleverd gebeurde voor de veehouders in Warmenhuizen vele jaren per vaartuig. Hiervoor was iemand in vaste dienst aangesteld n.l. Willem Groot, die met een groot gezin in een klein huisje woonde naast de melkfabriek. Zijn taak bestond er uit om met een praam bij de boeren rond het dorp te varen om de gevulde melkbussen, die op een steigertje aan de slootkant moesten zijn geplaatst, in de praam te kunnen zetten. Het was bepaald geen eenvoudig werk, hij moest met de kloet van de ene boer naar de andere varen, de praam tot stilstand brengen, om daarna de bussen in te laden. Vervolgens moest er weer enige vaart in het lompe vervoermiddel, met een laadvermogen van ruim vier ton, worden gebracht. Om bij de volgende halteplaats dezelfde handelingen te gaan verrichten. Als op deze manier bij alle bereikbare boeren de bussen met melk waren ingeladen werd na meestal een half uurtje kloeten aan de steiger van de fabriek afgemeerd. Na een korte rustpauze begon voor Groot het zware werk, de volle bussen moesten op de steiger worden gezet en dat vereiste een speciale techniek. Het lichaam een stukje naar voren gebogen, voeten iets uit elkaar, bus vastpakken en met een zwaai, hup, de vijftig kilo omhoog (veertig liter melk plus de bus van ongeveer tien kilo) en op de steiger. Daar op stond een andere werknemer, die op zijn beurt de bus oppakte en op een iets hoger plateau zette en daarna op de ernaast staande lorrie. Ook hierop een man, die moest zorgen, dat de bussen in de juiste volgorde werden geplaatst en met zo'n twintig stuks was de oppervlakte volgeladen. Daarna duwden ze met z'n drieën de lorrie over smalspoor de kleine afstand naar de ingang van de fabriek om deze samen met andere werknemers te gaan lossen en vervolgens op lage karretjes op de plaats van bestemming in de fabriek werden gebracht. De lorrie was inmiddels teruggeduwd om weer volgeladen te worden. Het waren allemaal intensieve en vooral zware lichamelijke werkzaamheden met, opmerkelijk genoeg, slechts weinig rugklachten van de betreffende mensen. Op en ochtend, dat de praam bijna leeg was, kwam ik toevallig langs in mijn vissersschuitje, toen Groot met de laatste bussen bezig was en stelde hem de vraag; Heb je de laatste weer te pakken, Willem. Gelukkig wel zei hij, maar ook een natte rug, want het is zweterig werk. Het was niet als een klacht bedoelt, gewoon een opmerking over zijn dagelijks terugkerende zeer zware lichamelijk werkzaamheden. Wordt het nog wel een beetje goed betaald, want het is toch wel even anders als in een akker met kool lopen te schoffelen of in de tuin vuil (onkruid) op je knieën er uit te halen. Het zou vervelend zijn geweest als ik gevraagd zou hebben welk weekloon hij verdiende, maar dit werd door hemzelf enigszins opgelost. Ik heb een heel normaal loon hoor, maar wel een extraatje, iedere dag drie liter melk en wekelijks een kaas. Dat is er dan een met een paar boorgaatjes, maar de smaak is natuurlijk hetzelfde. Dit laatste was voor mij wel bekend. Mijn grootvader haalde ook altijd zo'n kaas, die afkomstig waren uit een partij welke bestemd was voor de handel. Daar werden dan eerst enkele exemplaren tussenuit gehaald 17

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Zicht op Haringcarspel | 2000 | | pagina 19