Maar, zo vertelde hij later, in het leghokje van het kippenhok had ik meer kans, als daarin een paar eieren liggen moet een rat toch even rondlopen en kan de klem praktisch niet worden gemist. Vanaf de geen succes opgeleverde klem was het een klein stukje om de scherpe bocht in de sloot rond te varen en naast het kippenhok te komen. Ik wist niet wat ik toen zag vertelde van Duin verder, tegen de walkant naast het hok lag een akkerschuitje en voor het deurtje zat iemand in gebogen houding op zijn knieën die zich met een hand daaraan vast hield. De andere hand was niet zichtbaar, maar van Duin begreep direct de reden hiervan. Aangezien het een klein en laag deurtje was, moesten de eieren gebukt of op knieën zoals hij dat ook zelf gewend was te doen, uit het leghokje worden gepakt. In dit geval met het voor de illegale eierenraper noodlottige gevolg, dat zijn vingers tussen de dichtgeklapte ijzeren klem kwamen vast te zitten. Het was zo'n ouderwetse klem met aan de zijkanten zaagtanden, die naar elkaar toe klappen, geen mogelijkheid dus om los te komen. Het was voor van Duin een hele klus geweest om eerst de het ijzerdraad van de klem los te peuteren om deze vervolgens voorzichtig te openen zodat het slachtoffer zijn bebloede hand eruit kon halen. Het was alles te samen een letterlijk en figuurlijk zeer pijnlijke situatie, vooral omdat ze elkaar goed kenden, beiden woonden in de Oudewal. Deze ongewone gebeurtenis werd in het dorp waarin praktisch iedereen elkaar kende, meerdere malen rondverteld. Het was immers een beetje sensatienieuws, want diefstal, brandstichting of vernielingen waren nog praktisch onbekend. Het betekende echter voor de onfortuinlijke liefhebber van een gebakken ei, dat hij met zijn ingezwachtelde hand door de jeugd met "eierendief' werd nageroepen. Vermoedelijk zal dit pluimveeproduct voor langere tijd niet meer bij hem thuis op de tafel voor de broodmaaltijd zijn verschenen vanwege de slechte herinnering hieraan. Een geheel andere ervaring beleefde ikzelf tijdens mijn fuikenlichten. De eerste hiervan stond bij het kassenbedrijf van Piet Vogelaar ook aan de Oudewal en verder in de richting van de gasfabriek naar het station. Voor de bocht bij Bart van Duin lag een ploegpraam dwars over de sloot met een paard er in, zodat de doorvaart geheel was geblokkeerd. Van Duin stond met enige mensen op de weg te praten met een paard tussen het groepje nieuwsgierigen Het was door een tuinder gekocht op de markt in Purmerend en deze had aan van Duin gevraagd om te proberen de viervoeter in de praam te krijgen, dit alvast om er een beetje gewend aan te raken. Na een mislukte poging hiertoe werd nu de komst afgewacht van Piet Bleeker, al eerder in dit stukje "de hit" genoemd, de vaste man voor het ploegwerk. Na enkele minuten wachten was Piet gearriveerd, plaatste zijn fiets tegen de muur en zag meteen wat er zou moeten gebeuren. Na de vergeefse poging door van Duin, waarbij de eigenaar van het paard had geholpen door met een boomtak een paar tikken op de rug te geven, moest hun nu zelf maar zien op welke manier dit moest worden opgelost. Dat paard moest, hoe dan ook, in de praam, het was n.l. de bedoeling, dat er deze dag ook nog geploegd zou worden. Het bleek al direct, dat Piet een geheel andere manier in gedachten had om het gewenste resultaat te behalen. Als je soms eens met dieren moet omgaan, die in een voor hun vreemde omgeving terecht zijn gekomen, begin dan altijd eerst even met tegen ze te praten. Dan voelen ze direct, dat er geen gevaar is en worden al iets rustiger. Wanneer dit op zo'n moment echter niet gelukt, begin dan nooit met luide toon te godverren of een stok te pakken om eventueel een paar klappen te geven, want met zulke methoden is het resultaat altijd nul. Inmiddels had iemand de praam losgemaakt, zodat er ruimte voor mij kwam om er langs te varen om vervolgens de overige fuiken te gaan lichten. Piet stond nog even een shaggie te rollen en wenste mij succes met de verdere vangst. Je moest hier wel een half uurtje wachten, maar de dag is nog lang moet je maar denken. De paling moet nu wel langer wachten om uit de fuiken te worden gehaald, maar verzuipen doen ze niet. En met deze wetenschap kon ik na dit voor mijzelf bijzonder interessante oponthoud de overige fuiken gaan lichten. Toch heb ik nog wel eens aan hem teruggedacht met z'n rustige manier van optreden en mede hierdoor een paard, dat nog nooit in een vaartuig was geweest toch in de praam wist te krijgen. Enkele jaren later heb ik hem op een geheel andere manier leren kennen, volkomen in tegenstelling met zijn normale levenswijze. De oorzaak zal vermoedelijk in verband kunnen worden gebracht met de oorlog van '40 - '45, waarin veel mensen zich gedwongen zagen om over te schakelen naar minder normale bezigheden. Allen 16

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Zicht op Haringcarspel | 2000 | | pagina 18