Na de vervanging van de overtomen bleef deze plaats toch de aanduiding "aan (bij) de Zes Wielen" houden. Deze naam heeft daarom geen betrekking op de molens maar op de omgeving waarin ze staan. Met toestemming overgenomen uit: "Molens in Noord.-Holland". Door het prov. bestuur en de prov. molencommissie in 1981 samengesteld en uitgegeven bij Meyer Pers. BV. Westfriesland Waar de golfjes kabbelen langs het IJsselmeer Hurken achter de dijken vele dorpjes neer Daar ligt ons Westfriesland Land van veld en wei Waar gewassen groeien, netjes, rij aan rij Ja, daar wil ik wonen Land van sloot en riet Dat is ons Westfriesland Dat vergeet ik niet Waar de Leeuwerik zijn schone zangen zingt Waar des avonds immer teer het Anglus klinkt Dat is ons Westfriesland Met zijn bonte vee Waar de bollen bloeien, als een lentefee Hier en daar een molen Als een wachter staat Dat is ons Westfriesland Dat ik nooit verlaat Waar de winter alles hult in witte sneeuw Waarin zoekend wiekt een witte zilvermeeuw Waar langs gladde banen Jong Westfriesland zwiert Langs de dode akkers Waar geen plant meer tiert In het zonneschijnsel Mooier nog dan ooit Dat is ons Westfriesland Dat vergeet ik nooit S 13

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Zicht op Haringcarspel | 2000 | | pagina 15