DE MOLEN VAN DE GREBPOLDER, MOLENWEG 1, SCHOORLDAM.
Eigenaar Waterschap Groot-Geestmerambacht.
De molen van de Grebpolder is een in 1875 gebouwde achtkante bovenkruier.
Hij bemaalde de ca. 162 ha. grote polder op de polder Geestmerambacht.
Tezamen met de naastgelegen vroegere molenaarswoning vormt hij een belangrijk element in het
vlakke land.
De Grebpolder ligt in de polder Geestmerambacht en was vanouds verdeeld in twee delen, de
Oude of Weidgreb en de Nieuwe of Rietgreb. De Weidgreb bestond uit oud land en werd
krachtens een uitgiftebrief van Lamoraal, Graaf van Egmond van 31 oktober 1547 in het
daaropvolgende jaar drooggemaakt. De droogmaking van de rietlanden van de Nieuwe Greb
volgde kort daarna. Beide delen die door het polderwater van Geestmerambacht van elkaar waren
gescheiden, waren onderling verbonden met een grondduiker. De bemaling ervan heeft volgens
oude kaarten altijd plaatsgehad door een achtkante molen, die vanaf het begin gestaan heeft op
de plaats van de huidige molen. Nog voor 1819 is in de bemaling van de Greb opgenomen een
gebied van ca 17 ha genaamd de Rekerkoog. Dit tussen de Greb en het Noordhollands Kanaal
gelegen poldertje had vroeger een eigen molentje. Op een van kort voor 1680 daterende kaart
staat het aan de oost rand van de Rekerkoog aangegeven. Het molentje is al voor 1819
verdwenen, maar zijn voorboezem was tot aan de ruilverkaveling in 1956 nog aanwezig.
In 1875 brandde de achtkante schepradmolen van de Grebpolder door blikseminslag af, waarna in
datzelfde jaar de huidige vijzelmolen werd gebouwd door molenmaker K. Kriller te Schoorl voor ca.
f 8875,00.
Tot 1909 werd de molen ook gebruikt voor het inmalen van water ten behoeve van de riet-gronden
in de Nieuwe of Rietgreb. De scheidingssloot tussen beide delen van de polder werd dan jaarlijks
gedurende zekere tijd van het water van Geestmerambacht afgedamd om als toevoerleiding naar
de Rietgreb te dienen. Het in de Oude of Weidgreb ingelaten water van de polder
Geestmerambacht werd vervolgens in de afgedamde sloot zo hoog opgemalen, dat het over de
kade van de Rietgreb stroomde en deze onder water zette. In 1909 werd besloten dit inmalen te
staken, mede vanwege de toen lage rietprijzen, en sindsdien is de rietcultuur geleidelijk uit de
polder verdwenen. Tot 1925 is uitsluitend op windkracht gemalen. In dat jaar werd bij de molen
een klein hulpgemaaltje geplaatst in de vorm van een houten vijzel die door een benzinemotor
werd aangedreven. De Grebpolder is in 1956 verkaveld en daarbij in vier verschillende afdelingen
met een eigen peil verdeeld. In het kader van de verkaveling werd het door de molen bemalen
oppervlak vergroot van 114 ha tot 162 ha, doordat aan de Grebpolder een stuk tussenliggend en
meeverkaveld land van de polder Geestmerambacht werd toegevoegd. Bij die gelegenheid is de
molenvijzel vernieuwd, voor diepere bemaling geschikt gemaakt en voorzien van een dieselmotor
als hulpkracht.
In 1969 werd in het kader van de ruilverkaveling Geestmerambacht het gebied rond de Grebpolder
verkaveld en is het polderpeil er ca 1,2 m verlaagd. Drie afdelingen laten hun water nu
rechtstreeks af op het Geestmerambacht. De andere wordt tezamen met enig ander land en een
totaal oppervlak van ca 108 ha nog bemalen. Hiervoor is toen naast de molen een klein elektrisch
vijzelgemaaltje geplaatst. De molen is als gevolg hiervan buiten bedrijf gekomen maar wordt sinds
1972 toch weer geregeld in werking gesteld.
Teneinde verrotting van de fundering te voorkomen wordt het water in de voorwaterloop sindsdien
door middel van een damwand met overstort en pompje kunstmatig op de hoogte van het
voormalige polderpeil van het Geestmerambacht gehouden.
Versieringen.
Eenvoudige baard met als opschrift: 1875.
In het bovenwiel is het jaartal 1875 ingesneden.
4
18
rf444
>4*
y Overzichtskaart van
de Grebpolder in 1916.