aMtiHBMnafiMeitiiaHaHBHE&BiEttittëbïsaHHsaa
'tÉmftrnm
Later heeft de toenmalige eerste luitenant der infanterie I. L. Uijterschout het sneuvelen van de
adjudant Visscher (zonder voorletters) ingelast in zijn Beknopt Overzicht van de belangrijkste
gebeurtenissen uit de Nederiandsche Krijgsgeschiedenis van 1568 tot heden (1935) op blz.210-
211. Dit boek is waarlijk niet zo beknopt als men geneigd zou zijn uit de titel af te leiden. Ir. R. G.
den Uijl te Zoetermeer had de goedheid de redactie van Holland hierop attent te maken. Toen rees
uiteraard de vraag: waar heeft de auteur Uijterschout zijn mededeling vandaan? - m.a.w. de weg
terug moest worden gevonden. Uit de literatuurlijst op blz. 487-488 leek het werk van Bosscha in
aanmerking te komen en daar deze - we zagen het - naar het oorspronkelijke rapport verwijst, leek
de bron van het verhaal binnen bereik. Toch waren er nog hindernissen te overwinnen.
De ambtenaren van de tweede Afdeling van het Algemeen Rijksarchief, die het rapport in de
archieven van het Ministerie van Oorlog zochten, lieten aanvankelijk 'onvindbaar1 horen, maar wie
kon er nu ook op verdacht zijn, dat Generaal Bonhomme zich in de datum van zijn begeleidend
schrijven zou hebben vergist - niet 23 september, maar 23 oktober had er moeten staan - en dat in
de beschikbare index op het trefwoord 'Landing' moest worden gekeken? Thans komt de
hoofdofficier Anthing aan het woord:
Den ondergeschreeven lieutenant Collonel, Commandant van het tweede Battaillon van de 6de
Brigade op den 19de Septbr. II. order ontvangen hebbende (omtrent s'middags om een uer) om
den vijand uit het dorp Schoorldam te verdrijven. Attaqueerde denzelven met het Bajonet (geen
Canon bij zig hebbende), en had het geluk de Vijand uit het dorp te doen retireeren langs de weg
over de brug agter de door onze Troupes verlaatene Retranchementen. en agter den dijk, den
onder-geteekende tragtte hem ook daaruit te drijven, dog wierd herhaalde rijzen door een
verschrikiijk vuur het welk heele rotten wegnam afgeslagen, zodanig dat het scheen voor de
overmagt te moeten wijken, en het dorp weederom aan den vijand overtelaaten.
Het gelukte den Lieutenant Colonel egter nog eens tot aan de brug te avanceeren, dog bekwaam
door het vijandlijkc vuur, zoo van agter, als uit de huizen aan de linkerkant, en van agter den dijk.
zoo veel doode en geblesseerde dat hij weederom moeste terug deinsen.
Hierop naam den ondergeschreeven het Vaandel in de hand en stelde zig aan 't hoofd van 't Ie
Peloton en moedigde zijn volk aan hem nog eens te volgen: alles marscheerde nu onder het slaan
der trom weeder teegen den vijand, dog het vaandel dat reets te voeren in stuck geschoten was, te
kort geworden zijnde, zoo verzogt den Adjudant Major Visscher die te paard zat, hetzelve te
mogen op zijn paard om hoog houden, zoo dat hetzelve van het gansche Battaillon konde gezien
worden, het welk hem den ondergeteekende accordeerte, op belofte van gemelde Adjudant Major
om niet sterker te zullen rijden, dan de manschappen konden marscheeren; over de brug
gekoomen zijnde wierd door den versterkten vijand een verschrikiijk vuur gemaakt, waarbij den
braven Adjudant Major Visscher met het Vaandel in de hand op zijn paard sneuvelde: het vaandel
wierd door het paard naar den vijand toegesleept, maar door den braven Sergeant Westerheide
van mijn onderhebbend Battaillon teruggehaald onder een haagelbuy van Kogels.
Naar eenige Minuten ondernaam ik nog eens te attacqueeren maar vergeevs; den Cadet van
Wartum die tans het Vaandel weer in handen hadde sneuvelde hier beneevens den Capitein
Cammartin en eenige Onderofficieren: op dit moment was meerder dan de helft van mijn Battaillon
buiten staat van vegten gesteld, zoo door het verlies van dooden als gekwetste als door het
agteruitbrengen van laatstgenoemde, waarop ik door den Adjudant Generaal Vichery order ontving
om mij agter de huizen aan deeze zijde van de brug terug te treckken. Tot dat het Canon
arriveerde, den vijand genoodzaakt wierd te wijken en door de rest van mijn Battaillon ook meede
wierde vervolgt.
Den ondergeteekende doet dit Rapport aan den Generaal Major Bonhomme op deszelfs expresse
order.
Dirkxhoorn den 2 I e October 1799. (w.g.) Anthing 4 Lt Col.
RAPPORT:
25