DE GASFABRIEK VAN WARMENHUIZEN Het is augustus 1912 als, zo blijkt uit de notulen van de gemeenteraadsvergadering van Warmenhuizen, er door de raad wordt gesproken over de wenselijkheid de gemeente te laten profiteren van de nieuwe technieken die op basis van gas en elektriciteit in de grote steden het leven al jaren veraangenaamden. Immers al in 1784 lukte het de Leuvense hoogleraar Jan Minckelers gas vrij te maken uit steenkool, een jaar later verlichtte hij de collegezaal met het "brandbare gas". In 1826 werden in Amsterdam en Rotterdam al gasfabrieken in gebruik genomen waarop grote schaal gas werd "gemaakt", dat veraangenaamde het leven aanmerkelijk. Tot die tijd was men voor verlichting binnenshuis aangewezen op olielampen en kaarsen. Voor straatverlichting werd tot 1860 raapolie gebruikt en daarna uit aardolie gewonnen petroleum. De discussie in de gemeenteraad spitst zich toe op gas, elektra is nog erg nieuw, met gas is ervaring en bovendien kun je ermee koken én verlichten en in die tijd was het met beiden zoals gezegd behelpen. Burgemeester Blom en de Hr. Blankendaal vinden een gasfabriek in de gemeente te gevaarlijk, gasvergiftiging en ontploffingsgevaar zijn niet denkbeeldig en vooral het brandgevaar mag niet worden onderschat. Ook de Hr. Kraakman is om die redenen tegen een gasfabriek. Echter de heren Stadegaard, de Groot en Swan zijn voor aansluiting op het gasnet, zij zien niet zoveel gevaren en meer de voordelen. Zo besluit de gemeenteraad met 3 tegen 2 op 27 februari 1913 tot de stichting van een gasfabriek. Een vrij ingrijpend besluit want nergens kon je gas kopen, de enige mogelijkheid was een gasfabriek beginnen en zelf gas maken. Voor het toentertijd kapitale bedrag van f 65.186,09 bouwde de fa. Spruit uit Den Helder de fabriek aan de Oudewal. Tot directeur werd benoemd de Hr. W.H. Roos. Alle inwoners ontvangen een reclamefoldertje waarin de voordelen van koken en verlichten met gas worden uiteengezet, "Staand en hangend gloeigaslicht" en: "door te strijken op gas wordt dit van de zwaarste huishoudelijke bezigheid tot een genoeglijke bezigheid". De aanlegkosten zijn voor rekening van de gasfabriek/gemeente als men zich voor 15 maart aanmeldt. "Ook de minder gegoede mensch in de nederigste woning krijgt aldus de gelegenheid zich van gas te voorzien" en "Het verblijf thuis zal er gezelliger door zijn en het lezen van een courant of een boek genotvoller". Aldus directeur Roos. Het gaat allemaal onwaarschijnlijk snel, niet alle data zijn precies na te gaan, het lijkt erop dat al tijdens de voorbereidende fase op de komst is ingespeeld, want vermoedelijk had Warmenhuizen al voor augustus gas. Gashouder in Dirkshorn. Het gas uit Warmenhuizen werd hier naar toe getransporteerd. 18

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Zicht op Haringcarspel | 1999 | | pagina 20