Vakanties kende men nog niet zo zeer. Op de vraag buitenlandse vakanties voor de leerlingen te
organiseren reageerde het bestuur positief. Doorgaans probeerde men een bus vol te krijgen,
eerste met alleen meisjes, later ook met leerlingen van de Jongemannencursus. Zo werd in Parijs
overnacht in de catacomben van het voormalige hoofdkwartier van het Duitse leger. De Franse
Ambassade verstrekte een gratis toegangsbiljet voor de openbare gebouwen. In de buurt van
Monschau gaf de pastoor van Hof en vooraf toestemming de stretchbedden in de bibliotheek van
de pastorie te plaatsen. Bij aankomst bleek deze pastoor er niet meer te zijn, opgepakt wegens
een zedendelict.
Dat werd improviseren, slapen in een schuur, geen douches, wel nog in de gang van de pastorie
gebruik kunnen maken van het toilet. In Zwitserland werd middels de WV van Zürich onderkomen
gevonden in een Natuurvriendenhuis in Adliswil. De oude moeder van de beheerder sliep naast de
jongensslaapzaal, Zij heeft geen goede tijd meegemaakt. Het eten was er echt gezond, maar de
omgeving was dat ook. Ook Denemarken werd bezocht. Daar werd op meerdere plaatsen
overnacht wat nauwelijks problemen opleverde. De sfeer op al de reizen was perfect. Echte
problemen waren er nooit. In de restaurantjes waar werd opgestoken ontbraken na het bezoek
hooguit wat glazen.
Het succes van deze Mater Amabilisschool zat hem in de kwaliteit van de docenten en die van de
leiding. Als een docent verhinderd was viel de les nooit uit, in Langedijk kwam Bob Kockx als
invaller, in Tuitjenhom Rokebrand of Beemsterboer. Met de klassenvertegenwoordigers
overlegden de leidsters en later de directeuren over het programma en uitbreiding of inkrimping
van bepaalde lessen. Dit echter binnen de begroting en het door het Rijk geaccepteerde lesrooster
Na en naast de leidsters Koning, Berkhout, Van Schagen en Karsten zijn Ella Bosman uit
Burgerbrug, Ans Thomas uit Bergen en een groot aantal jaren Cilia Ruyter uit Warmenhuizen en
Atie Oudhuis uit Noord Scharwoude aan het instituut verbonden geweest.
In 1968 ontstond er samenwerking met 't Veld. An Sneekes de leidster, kwam op het kantoor in
Tuitjenhom en gezamenlijk regelde men van daar uit de gang van zaken in Langedijk, 't Veld en
Tuitjenhom. Ook de docenten werden uitgewisseld. Toen het bestuur van 't Veld grote financiële
problemen had kwam in 1971 de fusie tussen de twee instituten tot stand.
In 1967 nam A. Ruigrok de leiding over van de VGLO-school. Beemsterboer werd directeur van
het Ondernemerscollege Amsterdam maar bleef in Tuitjenhom wonen en hij bleef ook voorzitter.
Rond 1969 is de VGLO-school gefuseerd met de Paulus-mavo van Langedijk. Door de daardoor
ontstane toename van het aantal dagschool leerlingen had de nieuwe combinatie behoefte aan
uitbreiding van het aantal lokalen. Het clubgebouw werd verkocht en verbouwd. Een voorlopig
onderkomen werd gevonden in de kantoren van Van Brederode, die kassier van de Rabobank was
geworden en van daaruit zijn eigen bedrijf voortzette.
Het Mater Amabiliswerk werd door de overheid omgevormd tot Vormingswerk voor (jong)
Volwassenen. De leeftijdsgrens werd losgelaten, de katholieke signatuur werd een bijzonder
neutrale, er werden jongens toegelaten en het allerbelangrijkste, het vaste lessenpakket werd
vrijgegeven. De leerlingen mochten vooraf te kennen geven waar hun interesse naar uit zou gaan.
De docenten werden vervangen door lesgevende leidsters en leiders. Een enorme ommezwaai,
want onbekend maakt onbemind. De bestuurders van toen hebben kunnen voorkomen dat alles in
elkaar zakte. Alleen de hoofdvestiging Tuitjenhom bleef als "De Noordkop" overeind. Er kwam een
directeur, Nico Kuiper en van de leidsters bleef alleen Afra Ligthart nog aan.
In 1974 maakte Kuiper plaats voor Han Meijer uit Schoorl. De onrust in de gelederen van de staf
onzekerheid over het werk als zodanig en de continuïteit van het vormingswerk- wist hij in minder
dan geen tijd ten goede te keren. Hij slaagde er zelfs in een dependance in Schagen te openen en
wat heel bij zonder was, hij kreeg toestemming een nieuw gebouw neer te zetten. Dat kwam op de
plek waar nu het begin van de Pastoor Meijndersstraat is. Twee jaar na zijn komst werd hij
burgemeester van Wervershoof. Het Vormingswerk zoals het nu nog functioneert heeft hij op
poten gezet.
15