Op de dag van de opening meldden zich de Heren Mathot en Nuy van de N.C.I de Nationale
Confectie Industrie, dochter van C.& A, uit Noord Scharwoude met de vraag in dagonderwijs een
cursus te mogen geven voor hun werkneemsters die nog één dag per week naar school moesten.
Officieel kon dat niet, er was geen huishoudschool. Weer moest het Ministerie zwichten. Iedere
woensdag kwam een groep modinettes naar het Clubgebouw en kreeg daar een aangepast
lesprogramma. Mevrouw Bora Beemsterboer gaf er o. a. de kooklessen en naaldvakken. Alice
Berkhout werd als leidster ondersteund door Gré van Schagen.
Van het een komt het ander. Wat voor de NCI kon moest ook kunnen voor nog ten dele
leerplichtige meisjes uit de omgeving. Dat waren dus degenen die nog geen 17 jaar waren. Ook
voor hen kwam er een eigen programma. Dat moest vooral praktisch zijn want wie daar eigenlijk
gebruik van moest maken ging liever een dag meer uit werken. Met pijn en moeite wist men steeds
één klasje vol te krijgen.
Voor de jongens bestonden in den lande de zogenaamde Levens-scholen, hier en daar Pater
Fortisscholen genoemd. Pogingen van het bestuur een erkende opleiding aan de Mater
Amabilisschool te verbinden strandden. De Gemeentebesturen uit de omtrek volgden de plannen
en toen die mislukten boden ze aan dezelfde subsidie aan het Jongenswerk te geven als ze dat
aan de meisjes deden. Voor de jongemannen ontstond de "Vormingscursus voor Jongemannen",
onder leiding van de VGLO-docent Jan Dignum. Ze kregen algemeen vormende vakken, iets van
staatsinrichting, culturele vakken, dansen (meisjes genoeg) en judo. Voor dat laatste werd in de
zaal van het clubgebouw een judomat geplaatst en de Judoclub Hajime uit Alkmaar leverde
belangeloos instructeurs.
De Mater Amabilisschool zelf nam een grote vlucht, leder jaar kwamen er zo'n 50 nieuwe
leerlingen, voornamelijk uit Warmenhuizen, Tuitjenhorn, maar steeds meer uit Waarland. Ook
kwamen ze uit Burgerbrug, Sint Maarten en Schoorl. Oudkarspel kwam ook in beeld.
Burgemeester Van Bremen uit 't Veld hoorde van zijn neef Rokebrand van het succes. In 't Veld
stond een huishoudschool en toen kwam via het Nationaal Bestuur de vraag of Tuitjenhorn er
bezwaar tegen had dat ook in de gemeente Oude Niedorp een Mater Amabilisschool kwam.
Bezwaar aantekenen kon, tegenhouden was niet mogelijk. Terugloop van leerlingen kon men zich
niet permitteren.
Toen het voorstel in 't Veld een dependance te beginnen werd afgewezen, werden twee
maatregelen genomen: de leerlingen van Waarland werden per bus van Slijkerman gehaald en
gebracht, tegen een geringe vergoeding en.... er werd contact opgenomen met parochie- en het
gemeentebestuur van Langedijk. Toen in 't Veld de Mater Amabilisschool van start ging, werden in
de Heilig Hartschool van Noord Scharwoude de eerste cursisten welkom geheten door het bestuur
van de "Mater Amabilisschool Tuitjenhorn-Langedijk", door de nieuwe Langedijker bestuurders C.
Kuilboer, W. Wiersma, A. Brink, V. Groot en A. van Scheltinga in aanwezigheid van voorzitter
Beemsterboer en de nieuwe leidster voor Langedijk Truus Karsten. Naderhand groeide
Langedijk uit tot ongeveer dezelfde grootte als Tuitjenhorn, zo'n 150 leerlingen.
Veel docenten gaven voortaan op twee plaatsen les. In Langedijk werd op dinsdag en donderdag
les gegeven. De administratie bleef in Tuitjenhorn. Over en weer moesten regelmatig
lesmaterialen worden vervoerd. Er werd een volkswagenbus aangeschaft. Daarmee werden
nadien ook de leerlingen van Schoorl en Krabbendam opgehaald. De leidsters en de
kookdocente pendelden met dat busje tussen Tuitjenhorn en Noord Scharwoude. Het kooklokaal
van Langedijk was in De Koog. Wie er kookles gaf moest eerst de lampen aansteken, dan konden
de muizen vluchten, daarna alle gaspitten aansteken om het lokaal warm te krijgen, uitladen,
spullen verdelen, lesgeven, opruimen, de stikdonkere school afsluiten en weer op Tuitjenhorn
aangaan.
Naast het lesprogramma, dat in het tweede en derde jaar werd uitgebreid met vakken als culturele
vorming, woninginrichting en kinderverzorging waren er ook buitenschoolse activiteiten. Zo
werden de leerlingen voorbereid en meegenomen naar de Opera, naar De Gijsbrecht van Aemstel,
het Trio Helle-nique, bedrijven en instellingen. In Amsterdam werd dan nog wat gebruikt in "De
Kuil" op het Rembrandtsplein. Er werden ook weekenden georganiseerd, eerst in Dijk en Duin te
Hoorn, later in eigen beheer in het Clubgebouw. Daarvoor werden stretchbedden aangeschaft.
Bestuursleden als Kuilboer, Wiersma, Rokebrand, Bob Kockx (Hoofd van de Mariaschool in Noord
Scharwoude) en Beemsterboer waren inleiders danwel forumleden op de zaterdagavond en
zondagmorgen. De leidsters waren de gastvrouwen; ze kwamen nauwelijks aan slapen toe.
14