De Nationaal Directeur Van Riel, zette zich er echt voorin en Tuitjenhorn kreeg het fiat mits voldaan werd aan twee eisen: een bevoegde leidster en een eigen lesgebouw, los van de VGLO- school. An Koning had niet de vereiste papieren. Ze had er geen bezwaar tegen terug te treden. Leerlinge Alice Berkhout was wel bevoegd. Zij wilde in 1959 haar baan als onderwijzeres in Schoorl opgeven en fulltime in dienst komen als leidster. De huisvesting noodzaakte allereerst dat er een Stichting zou komen met een volwaardig bestuur. Dat kwam dus op 3 oktober 1958 voor het eerst bijeen. Voorzitter werd J. Beemsterboer, C. Rokebrand zou penningmeester zijn. Mej. H. Nannes, de verloskundige van Warmenhuizen secretaresse en Mevr. Pronk-Groot van 't Rijpje. Meester Sneekes uit Warmenhuizen en gemeenteambtenaar Jansen uit Dirkshorn waren bestuursleden. Pastoor Meijnders werd adviseur. Tot 1968 heeft hij zich daadwerkelijk met bestuurszaken bemoeid. Het gebouw moest aan de eisen van de Minister voldoen, er moesten 2 leslokalen in zijn en een leskeuken. Het moest vrijstaand zijn en de administratie moest er in worden ondergebracht. De pastoor stelde een stuk grond van de kerk als bouwterrein beschikbaar voor één gulden, de burgemeester het aanpalende stuk ook voor dat bedrag, de notaris Van Westen berekende geen kosten voor de Stichtingsakte en voor de koopaktes. Co, de broer van Beemsterboer, architect in Alkmaar tekende gratis, de Rabobank wilde voorfinancieren. De papieren kregen de goedkeuring van Den Haag, er werd f 16.200 toegezegd. Aannemer Niek Duin had twee duizend gulden meer nodig. Twee in 1959 aangetrokken nieuwe bestuurders, J. van Schagen en A. Ruyter leenden het ontbrekende bedrag. De bouw stagneerde al op de eerste dag. Het terrein schuin achter de VGLO lag te laag. De gemeente eiste ophoging tot straatniveau. Binnen een week kwam de plaatselijke jongemannen vereniging met wagens vol aarde aan die eis voldoen. De jongens werden voor hun gratis verleende diensten naderhand beloond. Vergezeld van de vrouwelijke leerlingen mochten ze mee naar de opera in Amsterdam. Veel later leidde dat tot tenminste vijf huwelijken. Duin kon aan de slag. Binnen de begroting blijven was het probleem. Eecen uit Oudkarspel stelde voor een vriendenprijs de keukeninrichting beschikbaar. De vloerbedekking Masonite was de goedkoopste. De twee lokalen waren door een wegneembare tussenwand gescheiden, er kon ook een leuk zaaltje van worden gemaakt. Er was ook een verbinding met de keuken. Twee dagen voor de opening brak er brand uit. De masonite-tegels waren met olie ingewreven, de poetsdoeken lagen in de warme zomerzon en kwamen tot zelfontbranding. Veel rookschade. Nagenoeg alles kon worden schoongemaakt, maar de zoldering niet. Dat leverde een fraai nieuw plafond op. De westmuur werd door de plaatselijke kunstschilder Cees Broersen voorzien van een prachtige muurschildering. In de brand, uit de brand. Reeds in 1959 al was met de komst van het nieuwe gebouw de Mater Amabilisschool van Tuitjenhorn zelfstandig. 13

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Zicht op Haringcarspel | 1999 | | pagina 15