In Frankrijk beleefden adel en regenten minder goede tijden. De koning en koningin en veel
adellijke personen werden om het leven gebracht. Vrijheid, gelijkheid en broederschap
zegevierden. Dus toen in 1793 de Fransen over onze grenzen trokken en vanaf 1795 een
landsbestuur naar Frans model inrichtten werden ze meer gezien als bevrijders dan als
veroveraars. Voor Willem V was er geen plaats meer. Hij week in 1795 uit naar Engeland, naar het
land waarvan we een paar jaar daarvoor de oorlog nog hadden verloren en dat zich beijverde onze
vloot, de koloniën en de handelscontacten over te nemen. De naam Zeven Verenigde Provinciën
werd veranderd in die van Bataafse Republiek.
Wat in Frankrijk plaats gevonden had riep wraak op van in eerste instantie Oostenrijk, maar ook
van Rusland en Engeland. In Zuid Europa wisten deze landen met succes de Franse legers te
weerstaan en terug te dringen. Vervolgens moest ook vanuit het noordwesten de aanval op
Frankrijk worden ingezet. Duitsland wilde aan de Oostenrijkers en Russen geen doortocht
verlenen, Friedrich Wilhelm III gaf voor neutraal te willen blijven. Maar, de Engelse vloot was op
volle sterkte. Zo'n 15.000 manschappen konden worden verscheept. De Fransen waren op de
hoogte van de "geallieerde" plannen.. Ze versterkten de zeegaten, vooral in de omgeving van de
haven van Antwerpen en overal langs de kust werden soldaten ingekwartierd.
De Bataafse (=Nederlandse) generaal Daendels had alleen al in de kop van Noord Holland zo'n
10.000 krijgers tot zijn beschikking.
DE INVASIE
Op 13 augustus 1799 werden vanuit verschillende Engelse havensteden schepen samengevoegd
tot een vloot van zo'n 200 zeilschepen, waarmee de oversteek naar Holland werd gemaakt.
Admiraal Mitchel voerde het bevel. Het weer was toen goed. Na de middag op 14 augustus
bereikte men de kust van Zeeland. Daar moest het gebeuren, daar was de bevolking prinsgezind
en het veroveren van de Antwerpse haven was het eerste doel. Toen brak er storm uit. De vloot
kreeg te maken met harde wind en slagregens. De formatie werd uit elkaar geslagen en pas op 20
augustus vond voor Texel een hergroepering plaats. Terugkeren naar Zeeland werd overwogen,
maar toen de storm opnieuw opstak en twee dagen aanhield werd daar van afgezien. Op de 26®
waren de voedselvoorraden uitgeput. De zeevarenden hadden een slechte constitutie gekregen,
nagenoeg iedereen was zeeziek. Uitstel was slechter dan een landing doen plaatsvinden tussen
Den Helder en Zijpersluis. Daar was een smalle duinenrij tot Callantsoog, weliswaar met
moerasgebieden daarachter. Ten zuiden er van lag wel een breed achterland, West Friesland, en
er was een dijkverbinding met Camperduin.
Op 27 augustus 's morgens om 3 uur gingen de eerste Engelsen aangevoerd door generaal
Abercromby aan land bij Kleine Keeten, ten noorden van Callantsoog. Zij werden in de rug gedekt
door de kanonnen van de oorlogsschepen. Tot hun verbazing werd de landing niet belet door het
leger van generaal Daendels. Diens leger had posities ingenomen op en tussen de duinen. De
Franse generaal Brune, aan wie Daendels ondergeschikt was, vermoedde een valstrik en wachtte
met zijn manschappen een echte landing in Zeeland af. Pas vanaf een uur of twee werd er
daadwerkelijk teruggevochten, maar toen was het Engelse leger al op voldoende sterkte. Er werd
wel verwoed gevochten met als resultaat dat aan het eind van de dag alle Engelsen waren geland,
dat de troepen het gebied ten noorden van Petten prijs hadden moeten geven en dat een kleine
2000 man er het leven bij in was geschoten.
DE VLOOT GEEFT ZICH OVER
Er lag nog een Bataafs garnizoen in Den Helder. De ongeveer 2 a 3 duizend manschappen kregen
tegen de avond de opdracht hun stellingen te verlaten en om in alle stilte, met medeneming van
zoveel mogelijk wapens, langs het Balgzand naar Oudesluis te gaan. De Britten bemerkten te laat
wat er aan de hand was, zodoende verliep de evacuatie voortreffelijk. Wel hebben de Engelsen
nog in de loop van de nacht de batterijen aan het Marsdiep bezet. Op 28 augustus werden de
Britse troepen verwelkomd door oranjegezinde inwoners van Den Helder. De dagen er na vond
nog een ontscheping plaats van 5000 nieuwe Engelse manschappen.
4