Ook bestaat het recht van zwanendrift, d.w.z. het recht van de Heer zijn zwanen in zijn heerlijkheid te laten verblijven ook op gronden en wateren die niet zijn eigendom zijn.. Tot de niet afgeschafte rechten behoort niet in de laatste plaats het honorifieke recht zich (Vrij) Heer resp. (Vrij) Vrouwe van bijv. Haringcarspel te noemen en het wapen van de heerlijkheid te voeren (als de heerlijkheid een wapen heeft) of dat wapen in het eigen wapen op te nemen. Hij kan het heerlijkheidswapen met zijn adellijke rangkroon dekken. Voor niet-adellijke Heren is dat een kroon met drie parels. 9 Hoe zijn heerlijkheden herkenbaar Sommigen menen dat heerlijkheden bestaanbaar zijn zonder grondbezit in de betreffende heerlijkheid. Mij lijkt dat verdedigbaar. Haringcarspel heeft sedert 1780 niet-adellijke Heren. Als een heerlijkheid nog een zetel heeft, oftewel een stuk grond of water binnen de heerlijkheid, dan is het mogelijk de overige heerlijke rechten als beperkt zakelijke rechten in de openbare registers (kadaster) te laten inschrijven bij die zetel, het is echter geen bestaansvoorwaarde. Zo zijn de rechten wel uit de registers kenbaar en beter te handhaven. De overgangswet Nieuw Burgerlijk Wetboek regelt voor het eerst deze kwestie nader. Het betreft de oude rechten die niet in het Burgerlijk Wetboek waren geregeld, maar die krachtens art. 1 van de Wet van 16 mei 1892 waren gehandhaafd. Art. 15,2 van de Overgangswet maakt sinds kort hun inschrijving in het kadaster mogelijk. 10 Waar is de zetel van de heerlijkheid Haringcarspel? De heerlijkheid Haringcarspel is verkleefd aan een eiland in het Waardje, het water aan de Noorderwaardijk en wel ter hoogte van de Noorderwaardijk no.1 aan de ene kant en achter de houtzagerij van Koninklijke Eecen in Noord-Scharwoude aan de andere kant en zulks bijna ter hoogte van de gemeentegrens van Harenkarspel die door het water loopt. Aanvankelijk lag de zetel van de heerlijkheid toevallig ook op een eilandje elders, maar bij recente grote ruilverkaveling is de zetel naar het eilandje in het Waardje verlegd. 11 Het heerlijkheidsarchief Afgezien van dit eilandje, het heerlijk visrecht, het recht van zwanendrift en een restant aan andere beperkte zakelijke rechten, alsmede het recht zich Vrij-Heer van Haringcarspel te noemen en het heerlijkheidswapen te voeren of in zijn familiewapen op te nemen, behoort bij de heerlijkheid een oud archief dat zich in bruikleen in het Rijksarchief in Haarlem bevindt. Van het heerlijkheidsarchief Harenkarspel. 1428 tot 18..., is een inventaris gemaakt die zo'n 28 bladzijden groot is. Vooral in combinatie met ander archieven is het dienstig bij onderzoek naar de geschiedenis van Harenkarspel. 12 De Heren van Haringcarspel Haringkarspel is als heerlijkheid afgesplitst in 1428 van de heerlijkheid Warmenhuizen en sindsdien is het in de handen van een aantal oud-adellijke Hollandse geslachten geweest, zoals de graven van Egmond, de heren van Teijlingen en van Foreest. In 1780 wordt de heerlijkheid verkocht aan een burger van Duitse afkomst, die wel tot de bovenlaag behoorde als lid van de vroedschap (een college dat zichzelf aanvulde en voordrachten deed bij benoemingen van burgemeesters en schepenen) van de stad Haarlem. De nieuwe Heer, Paul Christaan Fuchs, kreeg in 1780 een akte van verlening van de Staten van Holland. Had aanvankelijk het bezit van een heerlijkheid zonodig adeldom verleend, die mogelijkheid bestond toe al eeuwen niet meer. De nieuwe Heer noemde zich Heer van Haringcarspel, Dirkshorn en Tuitjenhorn. Dat was eigenlijk onjuist, maar vindt zijn verklaring in het feit dat er geen dorp Haringcarspel bestaat (Er zijn maar weinig gemeenten zonder gelijknamige woonkern). De heerlijkheid Haringcarspel kende de dorpen Dikshorn (het bestuurscentrum met hervormde kerk), Tuitjenhorn, een dorp met een katholieke meerderheid en kerk en Kalverdijk. De nieuwe Heer was weliswaar gehuwd, maar nakomelingen waren toen niet waarschijnlijk en zijn nalatenschap vererfde krachtens zijn testament op zijn stiefzoon Joan George Matthes, consul van Hannover (1757-1818). 15

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Zicht op Haringcarspel | 1999 | | pagina 17