wmsssmatasmÈÈBiBtÊÊiÊiÊssaBÊtËssm Min of meer op verzoek van onze voorzitter, Jaap Beemsterboer, heeft de heer Keesom een artikel geschreven over de Heerlijkheid Haringcarspel. Tijdens zijn naspeuringen ontdekte hij, naar ik vermoed via Internet, de oude gemeentewapens van Warmenhuizen en Harenkarspel. Het wapen van de gemeente Sint Maarten ontbrak helaas. In zijn enthousiasme heeft hij deze wapens, met het nieuwe bij elkaar gezet, het geheel zo'n 600 keer gekopieerd en opgestuurd naar de redactie om als bijlage verspreid te worden in ons tijdschrift. Wij zijn hem hiervoor zeer erkentelijk en hopen dat hij uit het archief van de Heerlijkheid van tijd tot tijd materiaal opdiept dat in "Zicht op Haringcarspel" kan worden opgenomen. De redactie DE VRIJE HEERLIJKHEID HARENCARSPEL 1 Inleiding Toen ik onlangs lid van onze vereniging werd belde onze voorzitter, de heer J. Beemsterboer, mij op. Na een geanimeerd kennismakingsgesprek nodigde hij mij uit om een artikel aan de redactie aan te bieden over de heerlijkheid in Haringcarspel. De omslag van ons tijdschrift "Zicht op Haringcarspel" toont de wapens van de gemeenten Warmenhuizen, Sint Maarten en Harenkarspel die in 1990 in de huidige gemeente Harenkarspel zijn opgegaan en wel onder het huidige gemeentewapen. Eén van de gemeenten is de naamgevende gemeente, nl. Harenkarspel. Dat wapen staat in het midden pal onder het huidige gemeente wapen van Harenkarspel. Deze oude gemeente is de opvolgster van de heerlijkheid Harenkarspel, ook wel (juister) Herenkarspel of (minder juist) Haringcarspel genoemd en wel tot 1906 toen de gemeenteraad Haringcarspel in Harenkarspel wijzigde. Ik kies er niettemin voor om de heerlijkheid verder Haringcarspel te noemen, omdat dit de naam was waarmede zij uiteindelijk in de verlijbrieven werd aangeduid en de gemeente als Harenkarspel omdat zij tenslotte die naam koos. 2 Territorium Wat was een heerlijkheid? Een heerlijkheid was het territorium van een "Heer". De Heer is de particuliere eigenaar van het overheidsgezag in een bepaald gebied. Wat het overheidsgezag behelst, verschilt per heerlijkheid. Maar in Holland behoorde daar in het algemeen toe de bevoegdheid tot het aanstellen - voor zijn territorium - van de schout (een soort burgemeester en rechter verenigd in één persoon), en andere ambtenaren, zoals de schoolmeester en de pastoor (later predikant). In hoge heerlijkheden echter stelde de heer (ook) de baljuw aan, een hoger ambtsdrager dan de schout met bevoegdheden tot rechtspraak en bestuur. De heer kon zich zelf aanstellen tot schout, hij kon de aanstelling ook verkopen of in pand geven. Zo werd het schoutambt van Amsterdam aan de stad zelf in pand gegeven, welk pand nooit gelost werd, en dat werd mede oorzaak van de buitengewone onafhankelijkheid van de stad Amsterdam. 3 In leen uitgeven Het graafschap Holland kon net als andere vorstendomeinen heerlijkheden in "leen" uitgeven. Met ons lenen had dit weinig meer te maken; de heerlijkheden waren, zoals wij zagen, al heel vroeg "gewone" eigendommen geworden waarop wel enkele speciale bepalingen van toepassing waren. In Holland kon er maar één Heer per heerlijkheid zijn. De vier Heren van Callandsoog waren een uitzondering. Bij voorbeeld in Zeeland, daarentegen, hoewel al zeer lange tijd door de Hollandse graven bestuurd, konden heerlijkheden opgesplitst worden. De afzonderlijke eigenaren waren dan niet Heer van maar Heer in Vanwege de ongewenste opsplitsingen werden als bijzondere gunst in Zeeland ook wel heerlijkheden naar Hollands leenrecht uitgegeven, zodat deze altijd in één hand moesten blijven. Telkens als de Heer overleed, moest diens leenvolger aan de grafelijkheid verzoeken om met de heerlijkheid beleend te worden. De nieuwe Heer moest daar ook (vaak fors) voor betalen: de zgn. heergewaden. Daarvan werd in later tijd een akte van belening opgemaakt, de zgn. verlijbrief. 12

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Zicht op Haringcarspel | 1999 | | pagina 14