Het gemiddeld aantal uren per week dat de zuivelbewerking kostte lag op ruim 51
arbeidsuren. Op de meeste bedrijven werd hier zeven dagen per week aan gewerkt. In de
winter werd hier echter door de geringe lactatie (vetgehalte) van het vee gestopt met de
zuivelbewerking. Vroeg in het voorjaar werd weer met de kaasproductie gestart.
Waardering voor de arbeid van de zelfkazende vrouw
Een boerin die in de regel goede kaas maakte, het huishouden zuinig runde en de
gezinsleden opving, was een steunpilaar voor het bedrijf. De vrouw van een boer werd op
de eerste plaats gewaardeerd als huisvrouw. Het gezag dat de vrouw over de kleine
kinderen en de vrouwelijke personeelsleden had, gaf haar verantwoordelijkheid en indien
ze deze taken goed uitoefende werd ze hierom door haar man en de andere familieleden
gewaardeerd. De boerin moest altijd thuis zijn; op de boerderij lagen haar taken. De
waardering van de boer voor de boerin die kwalitatief goede kazen maakte, was groot.
Toch bleek de prijs van de kaas van invloed te zijn op de waardering van de arbeid van
de boerin. Bij lage prijzen of in perioden van slechte kaaskwaliteit verdween niet alleen bij
de man maar ook bij de vrouw zelf de motivatie voor het maken van kaas. Op het moment
dat de vrouw door anderen positief gewaardeerd werd, behaalde zij daarmee veel
arbeidsvreugde en zelfrespect. Toen de boerin zelf inzag dat de zelfkazerij niet meer
genoeg beloonde (in zowel materiele als immateriële zin), daalde de motivatie. Ze ging
als vanzelfsprekend meer oog krijgen voor het gezin, de opvoeding van de kinderen en
het huishouden.
Wanneer een vrouw getrouwd was hielp zij naast het huishouden of het gezin vaak mee
in het bedrijf van haar man. Of zij werkte om het gezinsinkomen aan te vullen als naaister
of wasvrouw. Op bedrijven die weinig of geen personeel hadden hielp de boerin
regelmatig op het land met melken, hooien, aardappels rooien en andere werkzaamheden
waarvoor nog geen machines bestonden.
De zelfkazende boerin
mtÊEÈÊÉÊB&ÊÉÈ
'WÊÊHÊÊ
23