msm
WfSBSSSBISBSÈttlÊÊË
Vanuit de zuivelfabrieken en andere landbouworganisaties werd er steeds meer druk op
de vrouwen uitgeoefend om toch vooral maar te stoppen met die zelfkazerij. Tal van
argumenten werden aangehaald om de vrouw te overtuigen. Bijvoorbeeld dat het zo fijn
zou zijn als ze eens wat meer tijd aan de kinderen zou kunnen besteden, of aan de
verzorging van het huis. Ze hoefde geen "sloof meer te zijn. Ondanks het feit dat veel
vrouwen zeven dagen per week gebonden waren aan de kaasmakerij, waren er maar
weinig die het ambacht als negatief hebben ervaren.
De druk van de omgeving om er maar mee te stoppen werd echter steeds groter. Het ging
namelijk slecht met de concurrentie-positie van Nederland. Door de zelfkazerij was
Nederland namelijk niet in staat om op grote schaal uniforme producten te exporteren.
Landen als Frankrijk en Duitsland waren al wel snel overgegaan op de fabrieksmatige
kaasmakerij en konden dus wel uniforme producten leveren. Er was in Nederland
bovendien sprake van knoeierij. Het zuivere product van de boerin (boter bijvoorbeeld)
werd gemengd met water en wat al dies meer zij. De tussenhandelaren waren hier
verantwoordelijk voor. Zij verkochten de waar in het buitenland als kwaliteitsproduct.
Hierdoor verloor Nederland zijn goede naam en marktaandeel en bracht de kaas minder
op.
Kaasbereiding arbeidsintensief
Het mechanisatie-peil van de kaasbereiding op de boerenbedrijven voor 1940 was laag.
In 1937 had slechts een kwart van de bedrijven een elektrische roermachine; de overige
bedrijven bereidden de kaas nog met behulp van het ambachtelijke handgereedschap. De
vrij hoge prijs van de elektrische roermachine en de relatief slechte
bedrijfsomstandigheden in de jaren twintig en dertig hebben remmend gewerkt op de
aankoop van zo'n machine. Het gebruik van een roermachine gaf ongeveer dertig
minuten arbeidstijdverkorting. Ook tijdens het elektrisch roeren moest de boerin de
kaastobbe in de gaten houden en dat betekende dat ze in de buurt van de machine moest
blijven. De kaasbereiding, al of niet met behulp van een machine, bleef enorm
arbeidsintensief. Per dag werd er tweemaal gezuiveld en dat kostte per keer circa twee
uur. Het controleren en keren van kazen onder de pers, in de pekelbakken en op de
planken werd tweemaal per dag gedaan. Ook had je elke dag de
schoonmaakwerkzaamheden van het kaas- en het weigereedschap en de kaasruimte.
22