3: Aan de kundigheid van de vele veeverlossers is het te danken dat toch vele kalijes en koeien groot leed bespaard werd. Het verlies van een kalfje betekende een strop, maar soms leverde de verkoop van het huidje nog iets op. Het kalfsvlees werd soms door de boer of de vilder geconsumeerd. Bij Jan Dekker aan de Westfriese dijk zag eens een vilder zich genoodzaakt om een veulentje af te villen. Vol trots hield hij na afloop de onbeschadigde huid van het veulentje tegen het licht. Geen gaatje zat erin. Hij toonde hiermee aan Dekker, dat hij het moederdier nooit geraakt kon hebben en dat zijn merrie ongeschonden was gebleven. Met dank aan, Th. Pronk, Arie Zeeman, D. Schoorl-Oosterman en Adr. Baken. J .N. de Wit (Op haar beurt dankt de redactie N. Pronk die ons toestemming verleende dit artikel in ons tijdschrift over te nemen) B A. Scherpe geboortehaak B. Spatel C. Wervel dwarsmes D. Botzaag (Lengte +\- 75 cm) Werktuig voor het verlossen van een koe. Met een druk van 25 kg. op de slinger is de trekkracht aan de haak al gauw 2000 kg. (Voorwerpen in bezit van Museum Vreeburg) 12

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Zicht op Haringcarspel | 1998 | | pagina 14