IV Laag IV bestond naast andere organische stoffen het merendeel uit zwarte as. De grote hoeveelheid van
deze zwarte as wijst erop dat men in deze periode-mogelijk de lie eeuw ruimschoots over stookhout beschikte.
Oorkonden uit de lie eeuw spreken steeds over bossen en wouden m deze streek. Onder de in laag II uitzakkende
asberg werd een geglazuurde scherf aangetroffen (Ardennen of import uit het Moorse Spanje). Dit wijst er op dat
de bewoners geen gewone boeren waren, maar mensen die in relatie stonden met een uitgebreide organisatie. Ook
wijst deze vondst er op dat import aardewerk in deze algemeen als arm bekend staande tijd schaars en dus duur
moet zijn geweest. De zwarte asberg in de laag IV bereikte een hoogte van 61 cm. boven A P.
III Het vermoeden bestaat dat de bewoners in de opbouwperiode van deze laag na een gedwongen afwezigheid
teruggekeerd zijn en naarstig met behulp van de toen zavelhoudende grondsoort aan het ophogen zijn geslagen. De
coupure toonde dat in de IOe resp. begin He eeuw, reeds een hoogte van 18 cm. boven A.P. was bereikt. Ten tijde
van de toenmalige bewoning is dit belangrijk hoger geweest. We moeten niet vergeten dat de later opgebrachte
hoeveelheid klei een grote druk op het daaronder liggende uitoefende en inklink tot gevolg had.
II Op 61 cm. min A.P. begon deze laag en eindigde op 36 cm. min A.P.Nadat uitgestoken brokken uit deze
laag in de buiten lucht waren gedroogd, bleken ze volledig uit takken en twijgen te bestaan. Vanuit het oude
maaiveld staken door de lagen I en II een drietal palen heen, waarvan de koppen zich onder laag III bevonden.
Hieruit kon worden geconcludeerd dat palen, takken en klei wel eens de restanten van een gebouw konden zijn.
Baksteen werd nog niet gebruikt. Men vervaardigde wanden van gevlochten takken, die, na met klei te zijn be
smeerd, keihard werden. Doch het zakt ineen als het in of onder water komt te staan, zoals dat bij overstromingen
het geval is.
SCHETS OPGRAVING TERP EENIGENBÜRG SEPTEMBER 1978