Enige opmerkingen met betrekking tot het artikel "Kaart van het Geestmerambacht" in dit nummer.
Bij het artikel over de 3 "verlaten" of; "overlaten" in Enigenburg, Zijbelhuizen en Kalverdijk, was ook een kaart waarop
precies was aangegeven waar deze zich bevonden. Helaas was de kwaliteit van de kaart slecht, zodat afdrukken in ons blad
niet mogelijk was. We hebben toen naar een andere oplossing gezocht. Door kaarten van de "Historische Atlas van
Noord-Holland" uit 1898 aan elkaar te voegen, kregen we toch een nauwkeurig overzicht van waar de verlaten zich
indertijd bevonden. Bovendien is op deze kaart veel meer te zien, akkers, paden, polders, de lintbebouwingen van de dorpen
en een heleboel afkortingen. Veel van de namen die op de kaart voorkomen komen we nu weer tegen, let maar op
Kromwater, een van de eerst droogmakerijen, Dergmeer, Diepsmeer, Debbemeer, Tjaarlinge, Rekerkoog enz. Maar ook
namen van sloten als Wenge, Kiebos, Heemt, Leune sloot, den Delft, waren toen belangrijke vaarwegen, de namen zijn
bew aard gebleven als namen van meer of minder belangrijke verbindings wegen of w egen in woonwijken.
Dunne stippellijntjes geven aan waar in 1890 voetpaden door het land liepen, b.v. van Warmenhuizen naar Krabbendam
of van Kerkebuurt naar Dirkshom. De letters in de kaart; Wn, StM, H, plus de streepjes lijn geven de naam van de 3
vroegere zelfstandige gemeenten aan. Zo zullen de afkortingen Pr.Kerk en RC Kerk geen moeilijkheid op leveren, maar
Dr.is hier geen dokter maar geeft de plaats van een duiker aan. een water onderdoor gang. KM. is geen kilometer maar
korenmolen, en Wm is de plaats van een watermolen. Bij enkele polders b.v. de Greb ziet u de afkorting SI staan dit
betekend zoveel dat de kade van de polder voor wagens bereidbaar was. In het toen zo waterrijke gebied waren bruggen
onontbeerlijk. Ze waren er in soorten, u ziet de afkorting Oph.br. nou dat is niet moeilijk, meest lagen deze ophaalbruggen
in het dorp, maar dan waren er nog voetbruggen, loopbruggen en Vr betekend een plank of vlonder in het landpad.
Er waren heel wat manieren om droog over het water te komen. Al moeten we bij paden en bruggen met gaan denken in
termen van asfalt en beton, vaker waren de paden niet of nauwelijks verhard en bestond het bruggetje uit enkele planken met
of zonder leuning.
Wilt u meer weten, of weet u zelf meer hier over, de redactie hoort het graag.
Cees v.d. Berg.
ZAK VAN MAX
Ik w eet vezelf niet hoe of dat bai uliie gaat, maar bai oös wordt altemet 'n grSte plestieken zak bezurgd, die je voldouw e
kenne met klere die je toch gicn meer dreige of skoene die te krap worren benne. Meist altoid is ie van "Geef Max de
zak", maar soms ok van ft Leger des Hoils of de plaaselijke handbalvereniging.
Op 'n ochend vond moeder Avis ok weer zo'n zak op de mat en ze docht bai d'r oigen: dat komt merakels mooi uit, want
ik moet nodig de kaste dfts rode! Dat groene mantelpakkie droeg te toch gien meer, dat kon wel vort. En ok dat
opgnappersjassie van vader was "m veuls te kloin worren. 't Hong maan in de weg. De zeumerjurke wazze uit de toid
raakt en die zwarte laksckoene had ze toch ommers ok nooit gien meer an. Harriejoep! alles in de zak. Dat ze "n
halfuurtje an de veert was, zat de zak tot z'n strot an toe vol. Ze hadde d'r opdrukke leiten dat ie weeksteran an de weg
zet worre kon en dat dee ze ok. Ziezo, docht moeder Avis, dat aiimt lekker op. En in d'r achterhoufd dwarrelde ok wat
are gedachtes rond: den ken d/r weer wat nuws bai...
"t Was diezelfde w inter dat zeun Frits op maandegochend docht: ik most die daagse broek van verleden jaar maar d'rs an
te werk trekke. Van deus is de kont namelek hartstikke gaar. Maar weer of ie ok zocht, hai kon ft geval nerges vindc. op
slot vroeg ie moeder en die biechtte toe op dat ze 'm in de zak van Max douwd had. Hai had 'm zo'n toid niet an had
Nou, jullie begroipe zeker wel denk, dat ft deer toe wel efkes bar roukt het. De reipe wazze niet enkeld gaar, ze wazze an
snot kookt! Dat rotgointje koste Frits mooi 'n nuwe werkbroek. Nou was hai niks te beroerd om wat an 'n goed doel of
arm mens weg te geven, maar as ie ft zelf nag dreige kon, vond ie ft toch wel heel begrotelek om ft zomaar op te roden.
Frits was z'n geld niet louf.
Dat ft teugen de zeumer liep had ie op skot kregen dat ft weer 'n "klerezak" kommen was. Met grSte letters sting erop
wanneer of ie ophaald worre zou. Moeder had 'r weer Iefie en Afie indouwd, maar wel was ze dat keer zo wois weest of
van Frits "s goed of te bloiven. Maar Frits was dat akkefietje van die keerstevoor nag niet vergeten, dat die broedde wat
ïut en was seives voor de ophaaldag stiekempies in moeders klerekast doken. Deer hoefde hai niet lang te zoeken voordat
ie moeders nuwe zeumerkleidje te grazen had! En wat of ft dernei gebeurde kè-je vezelf wel reide.
Daagsteran zette moeder de zak, die deur Frits weer gnappies dichtbonden was, bloid teugen de lanteernpaal op de stoep
en docht: ziezo dat ruimt weer lekker op.
Dat ft teugen de middeg liep, docht Frits op z'n werk ok ft ien en ft aar: wat zei die Poolse vrouw verlegen bloid weze
met zo'n mooie, zundesse bloempiesjurk!
2 6
"Skeerwinkelpraat", Peter Ruitenberg