Uit het leven van (West-) Fricslands Heer. Floris V. 1256 - 1296. Nu in 1996 de gewelddadige dood van Floris V. 700 jaar geleden, herdacht wordt, leek dit een passende gelegenheid enige berichten omstreeks die tijd uit de vergetelheid te halen. En speciaal dat. wat direct op onze omgeving en de bewoners van toen slaat. Ondanks het tijdsverloop van al die vervlogen jaren is verrassend veel tot in onze dagen herkenbaar gebleven. Laten we dit artikel nu eens niet met Floris beginnen, maar met diens gemalin Beatrix. Dit jaar is met betrekking tot haar even gedenkwaardig, want Beatrix overleed enige maanden vóór Floris. op 23 maart van hetzelfde jaar 1296. Toen Floris op 27 juni werd vermoord was hij in feite nog in de rouw. Zijn overleden gemalin was Beatrix van Dampierre, "dogter van Gui. Graave van Vlaanderen, die Floris de Zeeuwsche Eilanden ten Huwelijk bragt". Gravin Beatrix heeft op 16 juli 1291 een oorkonde laten uitgaan. Floris zelf was op dat tijdstip uitstedig en de landszaken moesten doorgaan. Waar vertoefde hij dan wel? Toevallig is na enig zoeken zijn gang na zovele jaren teruggevonden: Van na 6 april tot in september 1291 ondernam Floris een reis en hij nam zijn zegelstempel mee. De man die belast was met de bewaring van dit zegelstempel. Filips van Wassenaar, vergezelde de graaf. Op 30 mei 1291 moet er een (andere) oorkonde gezegeld worden, maar dat kan niet met het zegel van de graaf vanwege zijn afwezigheid door die reis. waarom in het document wordt opgenomen "ende omdat Filips onse zeghele tu ter tiit so hebben wi ghebeden heren Diedericke onsen lieven neve den grave van Geve dat hi desen brieve bezeghele mit ons Het zegel van Diedericke van Cleve wordt dus in plaats van het zegel van Floris gebruikt. Floris' reisdoel ligt richting Engeland. Op 8 maart 1291 had de Engelse koning hem al vrijgeleide verleend. En in de daarop volgende weken neemt Floris in Engeland enige grote bedragen geld op. Het spoor vervolgt op 5 juni 1291 en voert naar Norham in Schotland, daar moet in de aanspraken op de Schotse troon worden voorzien. De gezamenlijke troonpretendenten zegelen een uitgevaardigde oorkonde, waaronder zich het zegel van onze Floris bevindt. Hij is overigens geen koning van Schotland geworden Dat zijn zegel bijna net zo belangnjk was als zijn leven, blijkt wel uit het uur van zijn gevangenneming door de edelen in 1296. Teneinde misbruik (vervalsing van oorkonden) te voorkomen, heeft Filips van Wassenaar, zijn zegelbewaarder, tevens het belangrijkste lid van de Raad van de graaf, in de bijeenkomst van de Raad het zegelstempel in aanwezigheid van getuigen kapotgeslagen. Nu terug naar het werk van Beatrix, haar oorkonde van 16 juli 1291, waarvan de tekst luidt: "Wi Beatrijs gravin ne van Hollant, Ghisebrecht van Aemstel, Willaem van Egmonde ridder, ende Philips van Duvenvorde baliu in Kennemaertlant orconden alle denghenen die deze letteren sullen zjen ofte horen, dat die Kenemaren ende die Vriesen hebben ontfaen van den abbet van Esmonde ende van den menen convent al dat lant si hadden te Scaghen metten dike die daer toe behoret in dere manieren, dat si ende hare nacomelingher ewelike dien dijc diken sullen met dien lande. Ende omdat dit stade ende vast sal bliven so heb wi dese letteren gheseghelt met onse seghelen. Ghegheven in den jare ons Heren tualif-hondert ende ien ende neghentich, des Manendaghes na sen te Margrietendaghe" Beatrix refereert in haar document aan de volgende belangrijke zaken: 1. die Kenemaren ende die Vriesen. 2. den abbet van Egmonde. 3. al dat lant dat si hadden te Scagen. De oorkonde van de abt van Egmond stamt uit het jaar 1250 en vanwege de gebeurtenissen in de tussenliggende 41 jaren is de tekst zo interessant, want in 1289 overwon Floris V de Westfriezen, daarna heeft de abt van Egmond hier niets meer te vertellen. 3 f 59. Dc abdij van Egmond in welstand (boven) en de ruïnes van de abdij (onder), zoals afgebeeld in Hovacus' "Chronijck ende historie van het edele ende machtige ghcslachte vanden huysc van Egmondt(1630).

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Zicht op Haringcarspel | 1996 | | pagina 5