Ondanks de armoede was het toch een erg gezellig thuis. We zongen altijd veel liedjes met elkaar maar het huis was erg gehorig, daarom mochten we niet zo'n leven maken van moeder. Herman en ik zongen veel schoollied jes met elkaar in de eerste- en tweede stem. Ook ouderwetse liedjes die wij leerden van moeder, zij hield veel van zingen. Achteraf denk ik dat wij nog wat vertier brachten voor die mensen, want wij kregen nooit geen commentaar, 's Avonds na negen uur mochten wij niet meer zingen, we moesten dan heel stil doen want de mensen van het armenhuis lagen dan in bed. Met de plee moesten we samen doen met de bewoners van het armenhuis. De plee stond aan de kant van de sloot. Soms kwam het voor dat de plee bevuild was door een van de mensen van het armenhuis, dan vloog ik achter het hekje om naar de plee van de andere buren. Tot zo ver! In de volgende editie vervolgen wij deze herinneringen. Ze zijn in een fraai boekje vastgelegd dat in zeer beperkte oplage in familiekring is verspeid. Wij dachten dat u het wel leuk zou vinden om kennis te nemen van deze belevenissen, die toch al bijna honderd jaar geleden zijn. In de volgende aflevering gaat Mevr. Mulder verder met haar herinneringen aan de kerk, de sloop van de kerk en haar schooljaren. 25 PROVINCIE VOORD HOU,AM)(iEMKENTE IIAltKNKAUSl'KI, y'ei/fr/if/rn ScJlAQerMM /I rd X N I KJ) o n X Vt V Zijdev'iml c/ttf- yf on/ y tf// AKKXftAKSrKll L'Jêav" van Hu5>o .vni-in^ar Ie fcuw» rüeti 6'u/tt/ers /6/W //twonen

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Zicht op Haringcarspel | 1996 | | pagina 27