Veldnamen aan de westkant van Warmenhuizen 3 Allereerst een aantal rectificaties op voorgaande artikel in jaargang 4 no.8. Ie Het kaartje van Johannes Dou uit 1745 op blz.12 staat op zijn kop. De Noordpijl wijst naar beneden, maar moet naar boven gericht zijn. 2e Op blz.14 dient op de eerste regel gelezen te worden:De oppervlakte gras-en bouwland nabij Warmenhuizen in de loop van de 19e en 20e eeuw wordt goed weergegeven door de 3 kaartjes van Ir.P.du Burck (zie afbeelding blz.15). 3e Na de 15e regel is het kopje grondsoorten vervallen. In plaats van regel 16 en 17 leze men; de voornaamste grondsoorten in het Geestmerambacht zijn jonge zeeklei-soorten, te verdelen in; a. pikklei (elders ook knik-of knipklei genoemd). b. reker-gorsgronden. c. meer-en delgronden. 4e Bij deze grondsoorten bespreking paste een detailopname van de Bodemkundige Overzichtkaart die du Burck in 1957 vervaardigde. Omdat hiervan geen kopie duidelijk genoeg was om te plaatsen in het periodiek, volgt hierbij alsnog een vereenvoudigd kaartje dat op dezelfde schaal is getekend als het veldnamen kaartje op blz. 5 van de 4e jaargang no.7. Vergelijking van beide kaartjes. De veldnaamgeving komt vaak over een met de bodemkundige aspecten zoals hoogte, grondstructuur en bo- demgebruik. a. De natte, laaggelegen delgronden heten b.v. Henen, Rietweiden, Waarden, (D)ellenkoogjes, Bruine (H)een(d), Postven, Aafmoeislik, Jan Hillebrands-slik, Marlequi. Onderbemaling was hier nogal gebruikelijk. Weilanden overheersen. b. De (op de kaart blanco gelaten) gorsgronden. lagen meestal hoger en vormden een goede ondergrond voor de dijken en dorpen, b.v. Warmenhuizen in dit gebied. Grotendeels spoelden deze gors- gronden. via de Rekere vanuit de zeeboezem Zijpe, over de eerder gevormde pikgronden. De grondkwaliteit van de gors is meestal geschikt voor bouwland, maar varieert met de ondergrond. c. De pikgronden ontstonden in een zuurstofarm en nat kweldergebied zonder veel invloed van de zee. De grondkwaliteit in onder-of bovengrond is daarom niet best. Pikgronden liggen meestal lager dan gorsgronden. en heten hier b.v. Grote Moer en Kleine Moer, Ootje-ven, Schierige-ven, Vijf-ven, (H)eendebollen. Ook hier oorspronkelijk meer weiland dan bouwland. Stichting C.O.O.G., Ger Kalverdijk 19 \J<\rrrw Vhuimt Won-ltjCoci L|r TikKleicjronjen O Cnlc, 13 Ofjekfttj/jenk ciel'jrvmi Dn de* hen a(t n M t^ariene oMrihuji 51 oken. we,|eia Detail Bodemkundige Overzichtskaart G.A. naar Jr. P. du Burck

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Zicht op Haringcarspel | 1995 | | pagina 21