geslagen.
Het volgende perceel rietland was eigendom van Jan Cornelisz. Schenkis. Hier werden drie palen
geslagen.
Op de rietlanden van Almer Jansz. werden vervolgens vier palen geslagen.
Na negen percelen te hebben afgepaald vermeld het verbaal: "ende alsoo het weer seer regenacht-
ich was ende den regen ende wint gestadelicken vermeerderden ende groter werden sulcxs dat de
landmeeter niet langer in 't rijedt en coste besoingneren dat mede de luijden die gedachvaert
waren ter plaetse daer de affpalinge geschieden soude, om 't onweer naer huijs trocken sonder
onse compste te wachten, soo sijn wij genootsaeckt geweest onse besoingne te schorten ende naer
Oudtcarspel te varen".
Op 16 mei ging het werk weer verder, 's Morgens in alle vroegte was men op de plaats waar de
dag ervoor gestopt was. Er werd begonnen bij het rietbos genaamd; "Nijesbos", van de erfgenamen
van Gerrit Reijers van Outdorp. Op dit perceel werden vier palen geslagen.
Op het volgende perceel rietland genaamd; "Adriaen Jans en Nijesbos", in eigendom bij Adriaen
Jansz. van der Nijenburch uit Alkmaar, werden eveneens vier palen geslagen.
Voorts werd aan Artus van Brederoode en zijn medewerkers een perceel getoond "tusschen 't
voorschreven rijetbossch ende den vaert westwaerts op gelegen was seker landt versch vuijt het
rietlandt opgehoocht als oochmerkelijcken bleeck bij den versheijt van den bagger ende misse daer
op leggende".
Op het volgende perceel rietland eveneens "Nnijessbosch" genaamd en in gebruik bij Aeff Pieters,
werd slechts één paal geslagen.
Op het volgende stuk rietland genaamd "Nijesbosch" gelegen over de "Nauwernae" en geoccupeerd
bij Jacob Jansz. Ploeger, werden twee palen geslagen.
Op de daarnaast gelegen landen van Jan Cornelisz.van der Nijenburch, Aelbert Cornelisz. Coomans
en de weduwe van Gerrit Reijersz. werden twee palen geslagen.
Op het rietland van Cornelis Jansz. Brouwer genaamd "De Nauwernae", werden drie palen
geslagen.
Op de rietlanden genaamd; "T rietbossch van de Nauwernae", in eigendom bij Meijert Henricksz.,
Aelbert Jansz., Jan Pietersz. en erfgenamen werden eveneens drie palen geslagen.
Op het daar naast gelegen rietbos genaamd "De Oosternauwernaersbossch", strekkende ten oosten
aan het "Schagergat" toe, geoccupeert bij Cornelis Claesz. en Jan Schenkis werden vier palen
geslagen.
Vervolgens voer men het Schagergat over en kwam aan bij de rietlanden genaamd "Maerten
Bosch", in eigendom bij Meijl Sijmonsz., Duijff Cornelisdochter van Dircxshoorn en Lambert
Adriaensz., hier werden zes palen geslagen.
Op de daarnaast gelegen rietlanden van Cornelis Pietersz. Clerck werden twee palen geslagen.
Op de rietlanden genaamd "Garsbossch", geoccupeert bij Jan Joachumsz. en Cornelis Jansz. van
Nijckelandt werden zeven palen geslagen.
Op het daarnaast gelegen rietland van Adriaen Sijmonsz. van Nijckelandt dat was gelegen ten
noorden van het land genaamd "De Westercooch", werden acht palen geslagen
Op het stuk rietland geoccupeert bij Dirck Dircxsz., alias jonge Dirck, werden twaalf palen
geslagen.
Op het rietland van Willem Brouwers weduwe werden drie palen geslagen.
Op het land van Jan Jochumsz. één paal, en op het rietland van Cornelis Jansz. ook één paal,
terwijl op het rietland van Marritgen Theens eveneens één paal werd geslagen.
Vervolgens kwam men bij de rietlanden van Claes Sijmonsz. "streckende tot bij westen Blijcke-
bossloot", alwaar drie palen werden geslagen.
Aan de overzijde van de Blijckenbossloot had Claes Sijmonsz. eveneens rietlanden in eigendom.
Op dit perceel werden tien palen geslagen.
Vervolgens voer men over de sloot genaamd "De Nijclander vuijtvaert" en kwam men bij het
rietland genaamd "Het bosken Nijckelant" geoccupeert bij Dirck Dircxsz. van Nijckelant. Hier
werden drie palen geslagen.
Het werk voor die dag zat er op, en men voer terug naar Oudkarspel. We weten niet hoe lang de
werkdagen van deze Artus van Brederoode en zijn medewerkers waren, maar het is wel duidelijk
13