Deze Jan Claesz. Rib woonde in Oudkarspel en had een gedeelte van het poldertje het Cromwater, met "het suyde-en noorde bosch daer aen gelegen ende met de Kay daer omheen gaende". Het Cromwater zelf was 4 morgen groot en gelegen aan de Meer-sloot en het tamelijke brede water "het Cromwater". Op 27 mei 1738 komen de Schepenen, Burgemeesters en Regeerders van Warmenhuizen bij elkaar, om namens de bevelen van de Edele Mogende Heren Gecommiteerde Raden van de Staten van Holland en Westfriesland van het Noorder-Kwartier, de geabandonneerde- en spa gestoken landen van Reel en Cromwater op een "openbare veylinge" te verkopen. Deze Raden werden ingesteld in 1573 tijdens de opstand tegen Spanje toen Holland gedeeltelijk bezet was. Tot de Franse tijd, toen dit college werd opgeheven, heeft het grote invloed gehad op het bestuur van het gebied boven het IJ. Dit bestuur beheerde ook de waterstaatzaken. Het waren de navolgende landerijen die verkocht werden; Het westerste en noorderste Hoog van Reel; het zuider- en noorder bosch en het poldertje "Cromwater". Dit alles tezamen heette het poldertje "Reel", met een grote van 25 geersen. Tevens werd ook het molentje wat in het poldertje stond erbij verkocht. Dit molentje bemaalde ook nog het land "Werkendam" mede gelegen in het zelfde poldertje Reel. Echter dit land lag in de Banne (gemeente) van Oudkarspel. Een koper was er niet voor, zodat de Banne van Warmenhuizen het zelf maar hield want dat kostte niets. De huur van het "Cromwater" en poldertje "Reel" moest elk jaar betaald worden voor "Ste.Maer- tens Marckt dach" (11 november). De pachters (huurders) waren natuurlijk verplicht om zelf het hoygewas binnen te halen. Gebeurde dit echter na Ste.Bartholomies dach (24 augustus) dan werd de boete, die in de Dorps-keuren vermeld stond, verdubbeld. Verder moesten de huurders zelf "canten afslaen, heyningen maecken ende onderhoude, croos, flabben ende ruygten uyt de slooten haelen, damhecken maecken ende onderhoude, slooten ende toghtslootjes langs den Kay (dijkje) vant poldertje op orde houde. Op het niet goed onderhouden stond een boete van 6 stuyvers. In een akte in het Oud Archief van Warmenhuizen staat dat het poldertje "Reel" samen met het poldertje "Cromwater" op 27 oktober 1614 was geimmindeert, tevens staat in de kantlijn dat de verpachter geen huur had ontvangen. Het woord "geimmindeert" is als zodanig nergens terug te vinden in de woordenboeken. Het is goed mogelijk dat de toenmalige bestuurders dit woord niet goed konden schrijven, of begrijpen. Er moet waarschijnlijk staan "geinnundeert", wat inhoudt dat het ondergelopen was. En dan dienen we te denken aan een dijkdoorbraak van de kade die om deze poldertjes liep. In het volgende nummer zullen we een kaartje opnemen van het gebied rond het Kromwater, waarop ook de veldnamen in de buurt staan aangegeven. De gemeente Harenkarspel heeft er goed aan gedaan om op ongeveer dezelfde plaats er een straatnaam aan te wijden, historisch een juiste plaats. v X v Sam Schipper. Bronnen: De Zeeweringen en Waterschappen van Noord HollandD.Kooiman. Oud Archief Warmenhuizen, 3 o <z k a. iAf c hi takt- 10 X T"

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Zicht op Haringcarspel | 1995 | | pagina 12