Het "Cromwater"
Een van de eerste bedijkingen in het Geestmerambacht.
Het poldertje het Cromwater is in de tweede helft van 1546 tot land gemaakt blijkens de akte uit
1546 op 31 juli verleden voor Schout en Schepen, de Dijkgraaf van het Geestmerambacht en de
Rentmeester van Kennemerland en West-Friesland, namens Lamoraal van Egmond de eigenaar van
deze gronden. Lamoraal stelde in 1546 de rechtelijke macht van Harenkarspel en Warmenhuizen
voor de opdracht het water te laten droogmalen.
Op de kaart van het Hoogh-Heemraetschap van de Uytwaeterende Sluysen in Kennemerlandt ende
West-Vrieslandt uit 1745 van Johannes Dou, staat het getekend in de nabijheid van Kalverdijk ter
hoogte van de driesprong. Het ligt samen met het poldertje "Reel" wat aan de westkant ligt.
Dit poldertje "Reel" is geen droogmakerij. Het land lag zo laag dat men er in vroegere tijd een
dijkje om heen heeft gelegen, en leeg gepompt. In het poldertje "Reel" stond een klein watermo
lentje die ook het Cromwater droog hield toen dit een droogmakerij werd in 1546. Het polderpeil
van beide bedroeg ongeveer 2.05 beneden N.A.P.
Het water ging via een duiker naar de "Dergmeer", en door o.a. de Trompers molen aan de
Oosterdijk in Oudkarspel, werd het water op de ringvaart van de Woudmeer geloosd.
In 1692 geeft Jan Claesz. Rib te kennen, "dat die jaerlyckse ongelden ende den lOOe ende 200e
penningh eenighe jaeren lanck en oock noch tegenwoordigh (1692) hoogh syn opgeloopen, ja
sodaenig dat sy boven den incomsten steygeren en het niet machtig seynde is om te betaelen". Het
land wordt spagestoken, oftewel verlaten en niet meer beweid.
Rib moest ook nog f 15.= erfpacht per jaar betalen aan de Vrouwe van Warmenhuizen. In die tijd
was dat Adriana Constantina Sohier, maar secretaris Adriaen Glas beheerde de administratie van
deze "spa gestoken landen" zoals dat toen genoemd werd. Na 29 april 1692 nam, wegens het
overlijden van Glas, Cornelis Coning dit over die behalve notaris ook nog secretaris was van de
Heerlijkheid Warmenhuizen.
De weilanden worden dan overgedragen aan de Kerckmeesters en de Burgemeesters van de
Heerlijkheid Warmenhuizen, die ze dan weer mogelijk kunnen door verhuren.
9
WOUD I Ml rit
Kerok meer
Molen
bvu
KI KOKMf f l<
Sc rui a IJ,
Sloot
l)en
IOKN
DIKUIIMI L l<
S1oo