kuch, zonder bed en zonder slaap. Een korte wandeling naar een barakkenkamp, Durchgangslager. Het is er koud en vies en het wemelt er van de wandluizen. 's Avonds luchtalarm en luchtafweergeschut, gelukkig geen bommen. De door Jan Bakker gevolgde route. De volgende dag naar de z.g. "ontluizingsbarak". Allemaal (ca 100 mannen) spiernaakt uitkleden, kleren afgeven en onder de douche. Voor het eerst naakte mannen gezien en naakt gezien worden. Na de wasbeurt de registratie. Nog steeds spiernaakt lang tafels met geüniformeerde moffenmeiden. "Nahme, Beruf, Adresse Ze blozen niet eens, een dronken dokter keurt ons allemaal goed. 's Avonds weer opbreken, de hele nacht in een onverwarmde trein bij vele graden vorst en de volgende morgen naar een kamp in een andere voorstad, Breslau-Mochbern. Met 18 man op een kamer, de meeste werden in Alkmaar opgepakt. In een ander deel van het kamp zitten Polen die blijkbaar met hele gezinnen zijn gedeporteerd. Achter een met prikkeldraad afgezet deel zitten Russische krijgsgevangenen, daar klinkt soms harmonika muziek. Het vriest intussen overdag 30 graden en het kamp is een grote ijsvlakte. We stoken de kachel met bruinkool zo heet dat de wandluizen van het plafond afvallen. Na ongeveer 10 dagen zonder iets uit te voeren in Breslau marcheren we opeens naar een gereedstaande goederentrein, het Rode leger zit al dicht bij Breslau. Hoewel het minder hard vriest is het veel kouder geworden. Met 20 man worden we in een wagon gestopt, wat stro op de vloer en een klein kacheltje zijn het enige comfort. Om de paar dagen krijgen we wat te eten. Als de trein stopt, niemand weet waarom, in de buurt van een boerderij proberen we daar wat eten te bietsen. Na een paar dagen gooien de moffen de wagons op slot. Dwars door Silezië trekken we westwaarts, niemand weet waarheen. Zondag 4 februari staan we alweer enige dagen op een rangeerterrein in Dresden. Iemand brengt 91 H£(LOQ-BRESLAU-Z I TTAU Zl T TAU HE FLOO North SQj POLAND BE L'ól U M LUXEMBOURG

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Zicht op Haringcarspel | 1995 | | pagina 91