1 Vlxl» i Een oorlogsdagboek Herinneringen 10 Mei '40 's Morgens vroeg worden we wakker en denken dat G. met veel lawaai aan z'n auto is te laden doch niets te zien. Weer naar bed het begint weer en steeds erger. Jan roept Pa ze loopen op klom pen op zolder, wij naar buiten en hooren vliegtuigen en schieten en denken direct nu is het oorlog. Het blijft zo een paar uur, een luchtge vecht dichtbij. Ik heb lucifersdoosjes tussen de ramen omdat we bang waren alles kapot ging maar gelukkig met den schrik vrij. Door de radio al vroeg overval van Duitschland in ons land, de rede van de Koningin en verder berichten den geheelen dag. Men ging dien dag niet naar het land ofschoon we hier niets meer merkten. Vrijdag op zaterdag den geheelen nacht rijden de trams met geëvacueerden. Wij krijgen 's morgens 6 3/4 uur 7 menschen. Vader, Moeder en 5 kinderen, even wat eten en drinken toen alles naar bed, zoolang in onze bedden. Het huis is schoon, de boet nog niet, zaterdagavond is de boet schoon, daar is slaapkamer en huiskamer van gemaakt en woont ieder op zich. Wij geven brood enz. en koken vier weken voor 17 personen. Ze zijn weggegaan 6 Juni met z'n achten, het kleintje was 12 dagen oud. De Pinksterdagen waren leelijk bijna den geheelen dag aan het werk om alles op dreef te krijgen. De oorlogberichten worden ongunstig, de koningin vlucht, toen dachten we allen we houden het niet. Dinsdag de heelen dag berichten luchtwachtdienst over het heelen land honderden vliegtuigen en de omroepers erg zenuwachtig tot tenslotte het bericht, overgegeven. Dat was verschrikkelijk, nog erger dan den overval, voor ons tenminste. Wij hebben den oorlog niet meegemaakt in Warmen- huizen. J. stond te huilen bij de radio - De eerste oorlogdagen lag alles stil geen post in 6 dagen, geen telefoon gebruiken, dan was dit artikel op dan dat door de overbevolking. Hier waren er 18.00 bij en geen vervoer. A. wilde Donderdag na de overgave naar huis om te zien hoe ze het maakten, maar mocht het dorp niet uit, toen geschreven, eerst briefkaarten, brieven mocht niet. T. was in Roozendaal met 3 kinderen en was na een week nog niet te bereiken. Ze heeft drie nachten in de bosschen doorge bracht haar huis is behouden gebleven, ze is gevlucht maar niet in België geraakt. X. was in Schoorl en is er niet weg geweest, maar heeft veel angst gehad over T., niet wetend en niet te bereiken. Wij zijn 4 Juni voor het eerst naar huis gegaan, men durfde haast niet van huis te gaan, iedere dag kwamen er nieuwe maatregelen. Al heel gauw werd de tijd verzet, 1 uur 40 min. vooruit, dat was wat. Nooit wilden ze hier de zomertijd, nu zoo, we zetten de klok Duitsche tijd. Maar het bedrijf en kaasfabriek gaan niet meer als 40 min. erbij nemen, het is erg lastig, altijd even laat. Deze winter was het in de donkerste dagen om half elf 's morgens nog schemerig. De kerk in den herfst met een paar kaarsen verlicht, men kon elkaar niet in de bank zien zitten en communiceeren met een kaars erbij, later is de kerk gelukkig geheel verduisterd. Toen ging alles weer gewoon, enkel op straat helsch donker, enkel bij lichten maan congregatie voor vrouwen en meisjes. In huis ook alles verduisterd, eerst erg lastig, maar alles gewend. De kerkklokken mogen niet meer luiden enkel bij luchtalarm. Dit hebben we gelukkig nog niet 74 ff fff/c c

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Zicht op Haringcarspel | 1995 | | pagina 74