Het gemeentebestuur van Harenkarspel in oorlogstyd.
In het regionaal archief te Alkmaar liggen de gemeentearchieven van Harenkarspel, Warmenhuizen
en Sint Maarten. Een poging om te kijken wat er in de gemeentehuizen binnen onze drie 'oude'
gemeentes zich afspeelde tijdens de oorlogsjaren is slechts gedeeltelijk gelukt. Tijdgebrek heeft er
voor gezorgd dat de archieven van Sint Maarten nog niet door ons zijn bekeken. Wat er aanwezig
is van de gemeente Warmenhuizen is teleurstellend, de archivaris die in 1978 de stukken geselec
teerd heeft ter bewaring, heeft het waarschijnlijk aan elk historisch besef ontbroken, uit het
bewaarde valt geen enkel beeld te krijgen wat er binnen de gemeente op bestuurlijk niveau gebeurd
is in de periode '40—'45. Dit is des te meer te betreuren omdat uit het veel vollediger archief van
Harenkarspel duidelijk naar voren komt dat men bij de Jodenvervolging niet moet denken aan een
woeste jacht met speurhonden maar veel meer aan een verfijnd administratief apparaat dat
langzaam maar zeker zijn slachtoffers in het nauw bracht.
Gelukkig heeft de heer Komen die het archief van de oude gemeente Harenkarspel bezorgd heeft
dit met veel gevoel voor historie gedaan. Mappen met grote aanplakbiljetten waarop de mobilisatie
en later de oorlog verkondigd wordt; allerlei briefjes met onkosten gemaakt voor de evacuees uit
Amersfoort en andere zaken waar men in de meeste gemeentearchieven tevergeefs naar zoekt. Wat
de aanplakbiljetten betreft: een van deze aanplakbiljetten verkondigt dat ook de gemeente
Harenkarspel in staat van oorlog is, gedateerd: 1 september 1939.
Tijdens de Openbare Vergadering van de raad van Harenkarspel op vrijdag 28 juni 1940 wordt de
oorlog voor het eerst genoemd.
Aanwezig zijn de heren: Jac.Blokdijk, C.Francis, J.Molenaar, J.Zutt, P.de Jong, K,Doekes,
N.Wester, J.Hagenaar, C.Dekker en S.Burger. De vergadering wordt voorgezeten door burgemees
ter H.Nolet, toen burgemeester van Harenkarspel en Warmenhuizen.
Uit de notulen:
De voorzitter zegt de vergadering te willen openen met 'n kort ernstig woord.
Op 10 Mei j.l. werd ons land getroffen door den oorlog; daarop volgde rouw en droefheid;
en nu heerscht er bezorgdheid over de toekomst. Echter als wij ons bedenken, dat wij zijn
in Gods hand, dan kunnen wij de toekomst met vertrouwen tegemoet zien.
Spr. meent enkele lichtpunten naar voren te kunnen brengen: onze gemeente is gelukkig
gespaard van daadwerkelijk oorlogsgeweld. Dat 't zoo moge blijven, bidden wij God.
Een ander lichtpunt: Het heeft spr. bijzonder getroffen en opgebeurd, dat ook hier talloos
vele menschen zijn, die alle liefde voor den medemensch hebben. De ijver en toewijding van
talloos velen om te helpen naar best vermogen tijdens het herbergen van de geëvacueerden
heeft groote dankbaarheid opgewekt. Spr. hoopt dat 't zoo moge blijven.
Spr. zou gaarne allen zijn welgemeende dank willen betuigen. Zijn dank echter, zegt spr.,
zinkt in 't niet bij de grootheid van hun deugd van naastenliefde.
Spr. verzoekt allen zich van hunne zetels te verheffen en zegt: Van de vele van onze jonge
mannen, die goed en bloed veil hadden voor ons vaderland, is er één helaas uit onze
gemeente niet weergekeerd naar zijn haardstede. Voor zijn vrouw en zijn twee jonge
kinderen is dit een gevoelig verlies. Simon Kruyer zijn wij groote dank verschuldigd. Mogen
wij dit bewijzen door God te bidden om Zijn steun en zegen aan het getroffen gezin.
Daarna gaat de vergadering over tot de orde van de dag. Opmerkelijk is misschien wel dat
datzelfde jaar uitgebreid vergaderd werd over een plan uit Den Haag tot gemeentelijke herindeling:
Het plan hield in Schagen, Sint Maarten, Harenkarspel en Warmenhuizen tot één gemeente te
maken. De raad was tegen dit plan.
In de maanden daarna gebeurde er op bestuurlijk niveau weinig. De raad vergadert zoals voordien
elke drie maanden en B&W komen elke maand bij elkaar, afgaande op de notulen waren de meeste
vergaderingen erg kort van duur. In april 1941 wordt in de B&W vergadering genotuleerd dat
vanwege het Prinses Julianafonds een kind uit Dirkshorn naar een herstellingsoord mag worden
uitgezonden. Fondsen met een dergelijke naam konden dus nog minstens een jaar bestaan.
6