gewonnen. Enfin ik met een bloedvaart door de straatjes van de Spoorbuurt, en ik wist opeens een
tuinpaadje in te slaan, en met fiets en al in een schuurtje te kruipen. Die Duitser heeft me lang niet
kunnen bijhouden, want ik heb hem niet meer gezien. Na een tijdje te hebben gewacht, ben ik via een
andere weg weer naar de Woudmeer gereden.
In het begin van de oorlog kreeg je de paardenvordering. Alle boeren en tuinders moesten hun paarden
inleveren. Wij hadden er twee. Gelukkig mochten we er een houden. Voor het andere kregen we nog
goed betaald ook. Later toen de Wieringermeer onder water werd gezet op 17 april 1945, kwamen er
heel veel koeien en paarden naar ons toe. Zodoende konden we rond die tijd weer over voldoende
paarden beschikken.
Marius Strijbis
Peilfunkstelle
Naast ontelbare stukken afweergeschut, die de Duitsers achter de duinen en in de kop van Noord-
Holland hadden opgesteld en oorlogsbodems met zwaar geschut, die voor de Noordhollandse kust
patrouilleerden, waren voor de Noordkop drie peilstations belangrijk. De ene stond in de Wierin
germeer en werd "Hering" genoemd. De anderen bevonden zich even buiten Schagen. De ene aan het
kanaal Stolpen-Kolhorn en heette simpelweg "Funkstelle Schagen". Bij deze twee werkte, zoals staat
te lezen in een bericht van de bekende 'Albrecht-verzetsgroep' aan Londen ongeveer 35 'poorly armed1
Duitse radio mensen. De andere stond in Kalverdijk en had 15 man Luftwaffe personeel. Dit gebouw
tje, het zag eruit als een schuur, stond bekend als de "Peilfunkstelle". In Schoorl stond sedert 1942 een
hoge radarinstallatie, die draaide middels motoren op een metalen ring van pliri. 30 meter breed. Deze
ring was bevestigd op een lage betonnen muur. Er zijn sterke aanwijzingen dat de signalen zichtbaar
van deze installatie werden doorgezonden naar de "Peilfunkstelle" in Dirkshorn.
Het peilstation werd op 6-1-1945 gebombardeerd, maar nauwelijks beschadigd. Later in datzelfde jaar
werd de radarinstallatie in Schoorl aangevallen en is toen wel buiten werking gesteld.
Deze stations hadden tot taak om bij dag vijandelijke vliegtuigen d.m.v. radiopeilingen op te sporen.
Door de Duitsers werd deze taak 'dagjacht' genoemd. Het zijn met name deze stations geweest, die
samen met "Hering" in de Wieringermeer dat speciaal bedoeld was voor nachtelijke 'jacht -activiteit',
verantwoordelijk moeten worden geacht voor het neerschieten van honderden Engelse en Amerikaanse
bommenwerpers boven de Noordkop.
Via"Funk-Stelle Schagen", "Peilfunkstelle" Kalverdijk en "Hering" werden namelijk Duitse jagers
ingeseind, die in een speciaal wachtgebied boven de Wieringermeer cirkels vlogen. Voor de Duitse
jager piloten, waren de logge bommenwerpers een 'makkie'. Ze hoefden er bij wijze van spreken alleen
maar op te richten en het boordkanon af te vuren. De grote traag vliegende bommenwerpers waren in
het luchtgevecht geen partij voor de snelle en de behendige manoeuvrerende Focke Wulffs en
Messerschmidts. Hoogst zelden lukte het de boordschutters van bommenwerpers om een Duitse jager
neer te halen. Later werd de luchtstrijd evenwichtiger, doordat de geallieerden de bommenwerpers
gingen begeleiden met eigen jagers. Het werkterrein omvatte het IJselmeer, Noord-Holland, Texel,
een stukje Waddenzee en een stukje Noordzee. In dat gebied zijn op zijn minst al duizend gecrashte
geallieerde bommenwerpers terechtgekomen. Om nog maar niet te spreken van door oorlogshandelin
gen neergestorte Duitse vliegtuigen en de geallieerde vliegtuigen, die verder in de Noordzee en
Waddenzee terecht kwamen. Het noordelijke deel van Noord-Holland was onderdeel van een veel
gevlogen geallieerde route. Dat kwam, omdat ergens bij Bergen een 'gat' zat in het bereik van het
Duitse afweergeschut langs de kust. Maar ook omdat vliegers na over Noord-Holland te zijn gevlogen
even boven het IJsselmeer konden uitblazen na de beschietingen door Duits luchtdoelgeschut vanaf
de grond. Dat wil echter niet zeggen, dat ze boven het water veilig waren. Integendeel, alleen al in het
IJsselmeer liggen 700 neergeschoten bommenwerpers zoals Lancasters, Wellingtons, Vliegende Forten,
Liberators en Hallifaxen.
67