Om een praatje te maken of iets voor het gezin te halen. Ze kon altijd wel iets gebruiken, hoewel er van echt gebrek geen sprake was. Opoe maakte zelf schapekaas, ze kamde boter, breide kindersokken en dito ondergoed van zuiver schapewol en oom Klaas verbouwde peulvruchten, aardappelen en groenten en hij melkte de koeien. "Jij loopt nog eens tegen de lamp waarschuwde mijn vader. Hij hield er niet van 's avonds in 't donker op pad te gaan en risico te lopen. Maar, zoals gezegd, moeder stoorde zich er niet aan: "Er schuilt toch niets geen kwaad in als ik even naar opoe ga? En wat ik mee naar huis neem krijg ik toch voor mijn eigen kinderen." Of: "Als die Moffen me aanhouden versta ik ze toch niet en ik kan ook niets tegen ze zeggen,' en, "er is hier niet eens een politie-bureau." Al die tijd is het goed gegaan, maar in Burgerbrug kwam in die periode een vrouw in het pikkedonker in de sloot terecht en verdronk. Aan de zuidkant voor het schooltje lag de Kroft, een deel van de terp die met gras was begroeid. Net als in de dijk groeven de Duitsers in dat gedeelte diepe gaten om er afweergeschut in te plaatsen. Deze gaten waren met zig-zag vormige loopgraven onderling verbonden. Die kuilen werden afgedekt met camouflage netten. Wij kropen als mollen nieuwsgierig in en door de ondergrondse gangen, vonden er lege hulzen en ander spul. Sprakeloos van ontzetting keken we naar een groepje soldaten, die de meest zware lichamelijke inspanning moesten verrichten op bevel van een luid schreeuwende, onverstaanbare officier. Die soldaten hadden iets verkeerds gedaan en werden daarvoor gestraft. Zo moesten ze tot over hun middel door de sloot lopen, met het geweer boven 't hoofd. Beangstigend vonden we het te zien hoe ze drijfnat en onder de modder de sloot uitkropen en werden opgejaagd en afgemat. Opeens was de bezetter uit het dorp verdwenen, opeens was de oude situatie en de vertrouwde sfeer weergekeerd. Wel was daar nog de schuilkelder onder de dikke, scheve kastanjeboom: De trogvormig uitgegraven schuilkelder met zijn overspannende balkenlaag waarop een zware berg van de uitgekomen aarde ter bescherming lag. Spoedig werd die schuilkelder dichtgegooid en groeide er weer gras. Ook klonk nog lang de doffe, doodse dreun van de melkbus die in de toren van de kerk de klok verving, als hij de uren sloeg. Het duurde lang eer de geroofde klok terugkwam, maar hij keerde terug op zijn oude plek. Langer nog duurde het voordat de afgezaagde bomen rond de kerk opnieuw uitliepen en voldoende groen gaven om met een mantel van blad het gebouw te omhullen. In de strenge oorlogswinter werden de iepen 's nachts omgezaagd en over de dichtgevroren sloten weggevoerd om hongerige vuurmonden van kachels te voeden. Bij de bevrijding vlogen bevriende vliegtuigen laag over het land tussen Tuitjenhorn en Eenigen- burg, richting Warmenhuizen. Op de Buurt, bij de grinthoop van de dorpstimmerman, stond een groep Eenigenburgers naar die vliegtuigen te kijken en te zwaaien ter begroeting. Om vanuit de lucht maar goed zichtbaar te zijn had de oude buurvrouw Dekker een wit laken uit huis gehaald. Zij was een lange, slanke vrouw die uit alle macht met de grote witte lap aandacht probeerde te trekken. Vanuit de vliegtuigen moeten ze haar hebben gezien, dat kan niet missen. Aldus werd hier in de meidagen van de oorlog afstand genomen en de vrede ingehaald. Eenigenburg Stichting

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Zicht op Haringcarspel | 1995 | | pagina 64