Allerlei ziekten kregen hierdoor een grotere kans zich te verspreiden.
Luizen, vlooien en schurft. Wij, de kinderen, de schoolmeester, de dokter, iedereen had er last van.
We hielden de dekens tegen het licht om de vlooien te zoeken.
Goede aardappelen moesten ingeleverd worden voor de gaarkeuken. We kregen daarvoor in de
plaats van die 'vim' aardappelen terug, die waren helemaal niet lekker, mijn zoon Johan ging soms
's ochtends zonder eten naar zijn werk omdat hij ze niet door zijn keel kon krijgen.
Iedere winter kregen we vet, bliksoep, bliksoep en turf van de "Armen van Bogtman", dan waren
we de koning te rijk.
Eens wilden mijn man en Jaap Blokdijk het varken slachten, dat ergens opgescholen zat. Dat
varken ging er plotseling vandoor. Dirk Vet vloog er achteraan met zijn broek half aan, één galg
over zijn broek.
We hadden zelf een koe, zodat we melk hadden zo konden we ook boter maken. We hadden
tarwemeel zodat ik zelf brood kon bakken. Alleen was het wel eens een probleem om aan gist te
komen, ik bakte dan een 'vast' tarwebrood met weinig gist, maar dat lag héél zwaar op de maag. Ik
heb eens een kist aardappelen geruild voor een beetje gist. We hebben ook wel brood door de
bakker laten bakken, dan gaf je het beslag in een vorm, met je naam erop aan de bakker en later
haalde je het weer op, bakker Denneman en later bakker Kaandorp op Kerkbuurt vroegen voor het
bakken van het brood een dubbeltje.
We hadden zelf een volkstuintje achter de kerk in Tuitjenhorn, bijna elke dag hadden we daarom
groenten. Wel stonden er 2 of 3 keer bonen of erwten op het menu.
Mijn man die werkte bij de zaadhandel Broersen werd op een gegeven moment te werk gesteld bij
de opbouwdienst, in Druten, vlak bij de grens. Daarom was hij weg van maandag tot zaterdag en
moest ik het volkstuintje zelf bewerken. In Druten is hij ziek geworden en moest in een ziekenhuis
verpleegd worden. Dit is achteraf voor hem een geluk geweest, omdat de plaats waar ze werkten
gebombardeerd is door de geallieerden. Bij dat bombardement zijn de man van Guurt Spaan en
ook iemand uit Sint Maarten gedood.
In de schuur van Pieter Borst sliepen evacuées uit Amersfoort. Een van de vrouwen was hoog
zwanger. Zij heeft een week lang bij ons geslapen, wij konden het niet over ons hart verkrijgen dat
een vrouw die in verwachting was in een schuur moest slapen.
In het begin van de oorlog had je nog weinig last van de bezetters. Op een avond waren ze 'op het
groentje' schietoefeningen aan het houden. Toen heb ik gevraagd of ze niet wat stiller konden zijn
omdat mijn kinderen sliepen. Dat durfde ik toen rustig te zeggen, maar op het eind van de oorlog
waren ze zenuwachtiger. Je moest steeds meer uitkijken omdat ze prikkelbaar waren.
Op een dag was mijn man aan het melken achter de schutting toen er Duitse soldaten kwamen om
jonge mannen op te halen. Hij is toen gevlucht en bij Jo Tijm in huis op de WC gaan zitten. Toen
hij dacht dat de Duitsers weer vertrokken waren kwam hij tevoorschijn. Ze hadden hem waar
schijnlijk zien wegrennen en waren achter hem aan gegaan. Ze stonden voor de WC deur te
wachten op hem. Omdat ze zagen dat wij ook jonge kinderen hadden moest hij aantonen hoe oud
hij was. Ik werd er toch wel zenuwachtig van en keek over het persoonsbewijs heen dat vlak voor
me lag. Het werd extra spannend omdat ik die soldaten prima kon verstaan, maar ik besefte dat ze
daar niet achter mochten komen. Ik hoorde dat een van die soldaten een ander gerust stelde met de
woorden: "Rustig, ze is al aan het zoeken." Het ergste waren de huiszoekingen en het niets mogen
zeggen.
Omdat we zo dicht aan de weg woonden, kon je weinig uitproberen. Op de Engelse zender van de
radio kwam je meer te weten, maar die durfden wij in huis niet aan te zetten. We gingen wel eens
naar Peter Hof om naar die zender te luisteren.
We hebben eens een onderduiker in huis gehad, toen hij weer weg ging hebben we hem nog een
koffertje meegegeven met een geslacht konijn erin. Van hem hebben we nooit meer iets vernomen.
Ook bij kapper Bleeker heeft korte tijd een onderduiker van Duitse afkomst onderdak gehad. Hij
durfde het zelfs aan om klanten te scheren in de kapperszaak. Hij zei niets en knikte alleen maar,
hij was bang dat zijn Duitse accent op zou vallen. Toch vond men dit te gevaarlijk, men was bang
56